Nieuw-Zeeland – Noordereiland

17 november 2015 - Wellington, Nieuw-Zeeland

“Hé, huh, wat? Nu al een blog?! Asjemenou! Ik heb de vorige nog niet eens gelezen!” Ja, laat ik voor de verandering eens beginnen met schrijven voordat we het land in kwestie alweer verlaten hebben. We zijn inmiddels in Nieuw-Zeeland en hetgeen dat volgt verhaalt over 2,5 week kamperen op het noordelijke eiland van dit prachtige land. Zie ook de foto’s en een filmpje van mensen die wel wereldkampioen kunnen worden.

 

31 Oktober tot 17 November, 2015

Na bijna drie maanden Zuidoost-Azië zeggen we dit continent vaarwel. Tijd voor iets nieuws, verandering van spijs doet nog meer eten, variatie is inspiratie, en dergelijke. Nog even een uur of zes op Bali-airport wachten op onze vertraagde vlucht en dan is het zover: op naar Nieuw-Zeeland! In totaal negen vlieguren en een overstap in Sydney. Nondeju, wat ligt dat land toch ver weg. Als twee opgewonden kleuters lopen we met onze tasjes en hernieuwde jetlag de luchthaven uit. Nieuw-Zeeland, je wil er al jaren heen en opeens ben je er. Joepie. Eerst maar eens naar Auckland met de bus. Toch wel een prettige verandering: een gematigd klimaat, goede wegen en mensen die je in verstaanbaar Engels de werkelijke prijs van de busrit vertellen. Even zeven weken niet hoeven afdingen voor vervoer en voedsel, een verademing; gewoon lekker voldoen aan de hoge prijzen.

Blijkbaar is het druk in Auckland. We hebben een paar dagen terug één van de laatst beschikbare hostels geboekt bij Base Backpackers via nakedbus.com. Amai zeg, dat zijn me een stel nutteloze hufterorganisaties! Bij aankomst wordt ons verteld dat we niet bij Base kunnen blijven: nakedbus is stout geweest en heeft te veel boekingen gedaan. Aan de telefoon meldt nakedbus uiteraard het omgekeerde. Beide partijen zijn pertinent niet bereid ons en drie andere reizigers helpen. We mogen zelfs de wi-fi niet even gebruiken om een andere accommodatie te vinden, daarvoor moeten we betalen. Ja hallo zeg. Doorhalen dan maar tot de WK-finale rugby die om 05:00 (over 11 uur) begint? Hmmm, dat is wat overdreven zo met onze tassen erbij. We hebben met vrienden van een UU-collega afgesproken de finale te gaan kijken morgenochtend. Maar even snel een noodkreet via het moderne medium Facebook. En zowaar, binnen no-time krijgen we het zeer gastvrije bericht van Ruth en Lennart dat we vannacht wel bij hen kunnen slapen. Top!

Na een korte doch goede nachtrust is het zover: tijd om wereldkampioen te worden! Tenminste, zij dan. En wij juichen dan mee. Gehuld in het zwart tuigen we om 04:00 naar de kroeg. Lekker, bier als ontbijt. Na de traditionele haka branden de All Blacks gelijk los en maken gehakt van dat kangaroevlees. We vreten ze op! Australië stribbelt nog wat tegen om de wedstrijd wat meer spanning te geven, maar dit blijkt futiel; Nieuw-Zeeland pakt glorieus de titel. Iedereen blij. Voor ieder die nu denkt dat we de rest van de dag in een soort van hedonistisch en bezopen feest terecht zijn gekomen: dat is niet zo. Ruth vertelde ons al dat Nieuw-Zeelanders wat rustiger van aard zijn dan pakweg Nederlandse of Engelse voetbalfans. Waar ik me goed kan voorstellen dat wij ons de rest van de dag met zijn allen ernstig zouden misdragen, en de sterke arm der wet een oogje dicht zou knijpen, gaat Nieuw-Zeeland over tot de orde van de dag. Natuurlijk,  bij alle kroegen gaan mensen blij door met drinken en slaan elkaar op de schouder, maar op straat vindt de rustige gelovige zondag gewoon zijn doorgang. Desalniettemin een hele mooie ervaring, laat daar geen twijfel over bestaan. Na een goed ontbijt bij onze gastheer en –vrouw, inclusief bubbels, checken we in bij Snoozy Jucy. Noodgedwongen een private room voor 90 Nieuw-Zeelandse dollar (54 euro) per nacht. Poeh, daar konden we in Azië een hele week voor onderduiken. Rond lunchtijd doen we nog een biertje aan de harbour met een Nieuw-Zeelander die we in Maleisië hebben ontmoet. Moe van reis, rugby en bier staat de rest van de dag in het teken van slapen. Ook wel zo prettig. Een rustig dagje volgt. In het lentezonnetje maken we nog een ommetje door de stad. Mooie parken, schone straten, eindeloze outdoormogelijkheden nabij, het is te begrijpen dat deze stad hoog scoort in de diverse leefbaarheidslijstjes van wereldsteden. Heel veel hebben we nog niet gezien, maar we hebben in december nog een paar dagen.

Nu is het echter tijd voor iets veel leukers: zeven weken roadtrip door Nieuw-Zeeland! We halen de huurauto op (een hagelwitte Ford Focus) en starten onze zoektocht naar campingspullen. Er is een Nieuw-Zeelandse marktplaats (trademe.co.nz), maar het is wat tijdrovend om mee te dingen in de veilingen en overal losse tjap op te gaan halen in en rond Auckland. Navragen bij andere backpackers en hostels levert ook weinig op; we hadden de offline-markt voor tweedehandscampingspullen wat groter verwacht. Waar laten mensen die het land verlaten hun zut? Gelukkig zijn er ook The Warehouse en K-mart, die voor gunstige prijzen onze wensen in vervulling laten gaan. Zo kost een 1-pitsgasfornuisje slechts 20 dollar (12 euro). Doe ons er maar twee dan! Al dat gesjouw door de stad kost een goed deel van de dag, maar daar gaan we dan: kampééruhh! Met onze wegenatlas op schoot sjezen we naar een camping langs de kust: Wenderholm Nature Reserve, ten noorden van Auckland. Heerlijk rustig gelegen aan een estuarium met veel vogels. Een beetje koud en winderig, maar dat kan de pret niet drukken. Een mooie start dus. ’s Nachts begint het te regenen; een goede test voor ons prachtige onderkomen voor de komende weken. Test geslaagd, de tent lekt (nog) niet.

We reizen verder noordwaarts in deze noordelijke strip van Nieuw-Zeeland, die voor het gemak ook maar gewoon Northland heet. Het landschap doet de hoge verwachtingen eer aan. Glooiende heuvels met groen gras, schapen en hier en daar een bos. Langs de kust van de Bay of Islands vinden we vele baaien met perfecte zandstranden en geen mens in de buurt. Het is dat de temperatuur nog wat laag is, anders zou een mens hier iedere dag op een eigen strand kunnen liggen. We slapen voornamelijk op DOC (Department Of Conservation) campsites. Die zijn basic, maar brandschoon en vaak gelegen in werkelijk fenomenale locaties aan de kust. Door een harde wind is het ’s avonds wel fris op de campings, maar het weer is fantastisch. Lekker met de tent nabij het strand, zee ernaast, sterrenhemel erboven, dat soort werk. Het is duidelijk nog het voorseizoen; de campings zijn bij lange na niet vol en de wegen zijn veelal leeg.

Via onder andere Otamure Bay en de Karikari-peninsula arriveren we bij Cape Reinga, waar de Tasman Zee en de Pacifische Oceaan elkaar omarmen. Een prachtig uitzicht, vergelijkbaar met Cape Point in Zuid-Afrika. Langs Ninety Mile Beach ligt ook een stuk met enorme zandduinen. Indrukwekkend om overheen te lopen. Marily weet te melden dat ze nog nooit zulke grote zandduinen heeft gezien, waarvan akte. Addressen zijn ook mooi in dit afgelegen gebied. Wat te denken van het postadres 6576 Far North Road? De Kerstman zou er jaloers op zijn. De Tapopotu Bay-campsite spant de kroon tot dusverre voor wat betreft locatie. Ik merk dat het nu al een beetje repetitief verhaal wordt met al die landschappelijke superlatieven. Veel te vermoeiend, want ik moet nog een aantal werken schrijven over dit land. Vanaf hier dus een andere stijl: geen beschrijvingen van schoonheid meer, alleen de route zelf. Additieven als `prachtig’, `waanzinnig’ en ‘jeetjeminee!’ mag u zelf naar gerieven bijvoegen. We dalen af langs de westkust van de noordstrip, naar het Waipoua Forest. Hier kan men boswandelen langs grote antieke Kauri-bomen bij een gemoedelijke temperatuur en zon. De DOC-campsite van vanavond heeft zowaar warm water en een keuken. Toch wel prettig, een keer warm douchen. Zo, dat was Northland. Een goede regio om te beginnen met kamperen en heerlijk rustig.

Even een dagje blazen met de auto, zuidwaarts dwars door Auckland heen en dan weer omhoog naar de Coromandel peninsula. Ons autootje rijdt prima. Langs de westkust van de Coromandel komen we op deze zonnige zondagmiddag vele auto’s met bootjes erachter tegen. Allemaal rijke Aucklanders die ongetwijfeld weer een prettig weekend in buitenhuis, op water of op de camping achter de rug hebben. Jaloersmakend, al deze outdoor-speeltuinen die aan alle kanten van Auckland liggen, alle op slechts een paar uur rijden van de stad. De heuvels in de Coromandel zijn steiler en beboster dan in Northland, maar zeker niet minder mooi. We rijden helemaal door naar het puntje van de peninsula. Port Jackson-campsite, ook alweer zo een locatie. We begeven ons naar Hot Water Beach. Door een nabije hot spring is er bij eb de mogelijkheid om je eigen spa op het strand te creëren door een gat te graven. We huren een schop en slaan op zijn Duits aan het Haulen graben. Prompt komt er veel te heet water in het gat drijven, maar in combinatie met het inkomende zeewater is het goed toeven. We wandelen wat langs de kust naar Cathedral Cove en omringende baaitjes. Deze liggen meer uit de wind en het is zelfs warm genoeg om in de zee te gaan zwemmen.

We rijden zuidwaarts richting meer toeristische gebieden. Rond Rotorua zijn vele geisers, hot springs en spa’s te vinden. Sommige schandalig duur, andere gratis. Wij opteren voor het laatste. We bekijken wat rokende mud pools in een park in Rotorua en zwemmen in een stroompje genaamd Kerosene Creek. Heet! Kamperen langs Lake Okareka, zeer aangenaam als alle drinkende tieners na zonsondergang huiswaarts keren. We rijden langs Lake Taupo, het grootste meer van het land, en nemen de Desert Road. Het is goed weer, dus hij is open. Vanuit de auto hebben we een mooi uitzicht op het drietal indrukwekkende vulkanen: Tongariro, Ngauruhoe (Mount Doom) en Ruapehu. We hopen hier de Tongariro Alpine Crossing te lopen, die geadverteerd wordt als één van de mooiste dagwandelingen ter wereld.

Inchecken bij Whakapapa (spreek uit: Fakapapa) Holiday Park. Geen DOC-camping dit keer. De prijs verdubbelt naar 42 dollar per nacht, in ruil daarvoor krijg je een uitgebreide keuken, slechte wifi en zeer hete douches als extra faciliteiten. En das maar goed ook. Godmiljaar, wat is het hier koud! Das nog eens wat anders dan een Aziatische jungle of bounty-eiland. ’s Avonds maar eens een duchtige hoeveelheid pasta pesto maken; even een voorraadje aanleggen voor een paar dagen. Het lijkt erop alsof we hier wel even blijven namelijk. Voor morgen is de Crossing in ieder geval gesloten: te veel regen. Geen nood, genoeg te doen in de nabije en verre omgeving. We gaan tuben in de Waitomo Caves, het zogenaamde blackwater-raften. De Waitomo Caves zijn bijzonder omdat er gloeiwormen in leven, die het plafond van de grotten opleuken met een fluorescerende sterrenhemel. Het heeft veel weg van die sterren die je als kind op je plafond boven je bed hebt hangen. Gelegen in een rubber band en een heel dik wetsuit drijf je de ondergrondse stroom af en mag je af en toe een watervalletje afspringen. Zeer vermakelijk. Bij terugkomt blijkt dat de Crossing ook de tweede dag gesloten is. Het wordt wel lekker weer, maar op de vulkanen zal de wind met 70 in ’t uur om de hoek komen kijken, met gevoelstemperaturen van -15 graden Celsius. Klinkt niet heel aantrekkelijk. Geen wonder dat die Frodo zo immens moeilijk kijkt drie films lang. Een nieuwe dagtrip dan maar, via de Forgotten World Highway westwaarts richting Mount Taranaki. Inderdaad een afgelegen, bochtige weg door eindeloze valleien met schaapjes en bos. Ook al zo een mooi adres, 6018 Forgotten World Highway. Als bonus dan de Taranaki, een hoge en perfect symmetrische vulkaan die van grote afstand te zien is. Deze stond ooit in de buurt van zijn vriendjes Tongariro en Mount Doom, maar ging toen vreemd met de vrouw van Tongariro en werd gedwongen te vluchten. Aldus één van de vele Maori-legendes. Moet je ook niet doen, stoute vulkaan. Dus. Tot zover dit verslag van 's lands cultureel erfgoed. Taranaki laat zowaar nog even zijn hoofd zien tussen de wolken door. Een viewing platform biedt uitzicht op de Tasman Zee aan twee zijdes en zelfs op de vulkanen rond Tongariro.

En dan eindelijk, het weerbericht voor zaterdag is goed, computer says yes, all systems go. Even nog wat goedkope handschoenen scoren, veel lagen kleren aan, met de shuttle bij de start gedropt en los zijn we. Net als heel veel andere mensen. En dan bedoel ik heel veel. Twee dagen een gesloten track zorgt voor een grote lading extra wandelaars. Maar geen nood, het is heerlijk wandelweer, het kwik komt net boven het vriespunt uit en het landschap wordt mooier en mooier. Mount Doomt op (ghe ghe). De tocht van 19,4 km voert langs lava-vlakten, kraters en de vulkanen zelf. Om de drukte wat te mijden pakken we de Tongariro summit side trip mee. Winderig en daarom koud, maar zeer de moeite waard. Het laatste stuk voert door sneeuw en ijs naar een uitzicht over zowel de andere vulkanen als Lake Taupo en de omliggende vlaktes. 140 kilometer verderop torent Mount Taranaki aan de horizon. In de luwte van een rots is het zowaar goed lunchen in de zon. Na een aantal mooie meertjes en gezonde teug zwavelrijke stoom is de rest van de tocht bergafwaarts naar het eindpunt. We proberen nog een eerdere shuttle te halen door de afdaling deels te rennen. De eerdere shuttle wordt niet gehaald. Minder vroeg thuis, meer spierpijn. Het is inderdaad een fenomenale dagwandeling. Moe maar voldaan is het goed rusten met een koud bier in de warme keuken van de camping.

Daarna is het goede weer echt op. Geheel natgeregend wordt de tent cum suis in de auto gepropt en rijden we in de mist naar Wellington, onze laatste halte voordat we naar het Zuidereiland vertrekken. Even drie dagen uit de wind in een normaal bed. De hoofdstad Wellington is een stuk kleiner dan Auckland (200.000 om 1,5 miljoen) en daarmee zeer gemoedelijk. Veel barretjes met zelfgemaakt bier, goede coffeeshops en minivans die omgetoverd zijn tot eetgelegenheden. Als cultureel centrum heeft het ook een paar uitstekende gratis musea, één over Wellington en een groot (natuur-historisch) museum over Nieuw-Zeeland. Ook zijn er veel bioscopen. Voor een gezonde dosis Westers pakken we de nieuwe Bond-film mee, Spectre.

Samenvattend, het landschap is inderdaad prachtig, vooral in Northland en de Coromandel, waar het ook nog eens heerlijk rustig kamperen was. Je kan waarachtig niet de verkeerde kant op rijden, want alles is mooi. Ook erg mooi is de diversiteit van de landschappen tot nu toe, van ongerepte kusten tot beboste riverkloven tot eindeloze groene heuvels. Toch wel fijn dat een land zulke hoge verwachtingen kan creëren en er vervolgens doodleuk aan voldoet. Zoals beloofd in de folder dus. Mooi! Wat ook meehielp is dat we ongewoon lekker weer hadden voor de tijd van het jaar, zo hebben we begrepen. Het Zuidereiland schijnt nog een stuk mooier te zijn. Oh. Het kan er blijkbaar een stuk kouder en regenachtiger zijn, maar wij vertrouwen erop dat ook aldaar de zon op onze tent zal schijnen. En zo niet, dan toch. Morgenochtend pakken we de ferry. Nog een maand door deze snoepwinkel toeren, wij hebben er zin in!

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

2 Reacties

  1. Maite:
    17 november 2015
    Wat een fantastisch verhaal, fantastische belevenissen en fantaaaastisch landschap. Jealous :D Je kunt aan het eind van deze reis wel een boek uitgeven!
  2. Susanne:
    17 november 2015
    Wauw!! Het ziet er fantastisch uit. Mooi geschreven ook. Zo zijn we er toch nog een beetje bij.