Nieuw-Zeeland – Zuidereiland

19 december 2015 - Auckland, Nieuw-Zeeland

En toen was het opeens een maand later. Een maand op het Zuidereiland, potdikkie wat hebben we veel gezien, en wat was het mooi. Foto's op de gebruikelijke locatie. Oh, door de warmte en lange lentedagen hier zou ik het bijna vergeten: alvast fijne feestdagen gewenst, eenieder!

 

18 November tot 20 December, 2015 

Een druilige woensdagochtend vormt het decor voor de overtocht van Wellington naar Picton, Zuidereiland. Kleine auto op een hele grote boot en daar gaan we. De boottocht voert door de Marlborough Sounds (fjorden), vast een heel mooi gebied als er geen wolken voor hangen. We kamperen op een DOC-site ergens langs één van de fjorden, vanzelfsprekend weer mooi en rustig gelegen. Hé, waarom lig ik niet lekker? Godmiljaar, ons gelukzalige queen-size matras is lek! Niet goed voor de rug, zo te voelen. Maar weer snel naar The Warehouse dan. Volgens het weerbericht zal regen de klok slaan de komende dagen, dus dan is een bezoek aan het prachtige Abel Tasman National Park vragen om teleurstellingen. Zuidwaarts langs de oostkust dan maar gelijk, allez!

En route naar Kaikoura, bekend om het spotten van walvissen, zeehonden en aanverwante fauna. Nog voor Kaikoura stuiten we toevalligerwijs op een zeehondenkolonie bij Ohau Stream, eigenlijk alleen maar omdat ik een plakkende auto achter me van ons af wil schudden. Nietsvermoedend bekijken we wat volwassen zeehonden op de rotsen. Een kleine rakker hupst wat onbeholpen landinwaarts langs een stroompje het bos in. Wat is die knaap van plan dan? Eens zien. En wat blijkt? Aan het begin van het bos is een heel stel zeehondjes aan het stoeien in het stroompje, wars van een paar toeristen die hen op een paar meter afstand aanschouwen. Gaaf! Ondanks hun disproportioneel grote en schattige ogen gaat het er ogenschijnlijk hard aan toe. Een uitgebreid informatiebord verschaft uitleg: blijkbaar doen de nieuwgeborenen dit jaarlijks om aan kracht te winnen. De tocht naar de waterval aan het eind van het stroompje is een soort rite of passage voor jonge honden, derhalve. Erg vermakelijk om deze blije dieren bezig te zien. In Kaikoura zelf meer zonneschijn en zeehonden; de dure walvistours laten we maar voor wat het is.

Landinwaarts komen we uit bij Lake Tekapo, een prachtig melkblauw meer met lupin-bloemen kleurrijk op de voorgrond en de besneeuwde toppen van Mount Cook and friends op de achtergrond. Kamperen op een heuvel met heerlijk uitzicht, witbier en zon. Die Mount Cook, of Aoraki in Māori, is met 3.724 meter de hoogste berg van Nieuw-Zeeland en torent dientengevolge overal bovenuit. Die willen wij dan wel eens even van nabij inspecteren. Het zonnetje schijnt nog, maar het kan snel omslaan hier, dus erop af. Eerst een wandeling langs een gletsjer, gevolgd door een wandeling van drie uur heen-en-weer door de Hooker Valley. Meer gletsjermorfologie, hangbruggen en uitzicht op Mount Cook. Daarna gaat het snel bergafwaarts (ghe ghe) met het weer. Aan het eind van de track beginnen de eerste hagelbuien ons in het gezicht te meppen, terwijl Cook uit het zicht verdwijnt. Gelukkig waren we er net; een goed moment om op rasse schreden terug te keren. Kamperen doen we op een gratis DOC-campsite bij Ahuriri Bridge, mooi gelegen langs een riviertje. `Als we af en toe een camping gratis maken en er een toilet neerzetten, dan zal dat het wildkamperen wel tegen gaan', zullen ze bij DOC gedacht hebben. Een correcte gedachte; wij maken er in ieder geval dankbaar gebruik van. Marily vindt een stukje gras tussen twee stroom-armpjes in: perfect voor onze tent. 's Avonds lekker een eigen kampvuurtje stoken onder de sterren, kamperen zoals kamperen bedoeld is.

Weer terug naar de oostkust. Na al die visuele verwennerij van de laatste tijd is het hier wat minder boeiend, maar nog steeds de moeite waard (Nieuw-Zeeland doet niet aan lelijke plekken). Oamaru is een leuk stadje met veel Victoriaanse gebouwen van ruim een eeuw oud. In de twintigste eeuw zijn deze niet gesloopt, zoals in veel andere steden. Niet vanuit een nobele wens om het lokale cultureel erfgoed voor toekomstige generaties te bewaren, maar simpelweg omdat het economisch zó slecht ging dat gebouwen slopen al te duur was. Nu ja, wie wat bewaart heeft wat, zullen we maar zeggen. Bushy Beach biedt de mogelijkheid een zeldzame yellow-eyed pinguin te spotten; zo een kans laten we natuurlijk niet voorbij gaan. En jawel, na wat geduldig wachten komt er zowaar een olijk-hupsende vriend het strand op. Yellow-eyed pinguin: check, afgevinkt, in de pocket, van de bucket list.

Veel regio's op het zuidereiland herbergen nog veel herinneringen aan de goudkoorts, die veelal uitbrak in de tweede helft van de negentiende eeuw. Zo ook in centraal Otago. Hier liep ooit een spoorlijn door het droge heuvelachtige landschap, aangelegd door mannen met gold nuggets in hun ogen en dromen. Al tijden geleden in onbruik geraakt en verwijderd, kwam men op het idee dat de oorspronkelijke route wel eens leuk zou kunnen zijn voor fietsfanatici. Zie hier, de Central Otago Rail Trail was geboren. Normaal een route van vier dagen, maar uiteraard kun je er ook een stukje van doen. We huren mountainbikes bij de behulpzame Phil de Fietsverkoper in Alexandra, die ons 50 kilometer verderop neerkwakt met de auto. Van hieruit rijden we terug naar Alexandra. Voornamelijk heuvel af, uiteraard. Het moet wel vakantie blijven, hé! De route voert langs dorre heuvels, rivierkloven, oude mijnwerkershutten en -dorpjes en af en toe door een donkere tunnel. Met wat fantasie is het zo weer 1892. Een mooie afwisseling van de blauwe meren en groene bossen elders. Een opvallende onvolledige notitie in ons dagboek van geologe Marily: "Het landschap wordt hier gedomineerd door schisten en gneissen en de rivier". Ja ja, dat zou geen voldoende zijn op veldwerk! Af en toe is er ook een oude pub te vinden. We slobberen dankbaar een pint lokaal brouwsel weg en vervolgen onze weg. Bij terugkomst in Alexandra pakken we nog een stukje van de nieuwe Roxburgh Gorge Trail mee, een stuk uitdagender qua profiel en met een hele andere setting, in een rivierkloof zoals de naam doet vermoeden.

Via meer halfverlaten goudzoekersdorpjes weer terug naar de kust, naar de Otago Peninsula. Een heuvelachtig en vogelrijk gebied, gedomineerd door grasland voor schaap en koe. Bij Fort Taiaroa is een albatroskolonie gevestigd. Bij de kolonie zelf komen we niet, maar vanwege de sterke wind zijn er genoeg van de indrukwekkende dieren (spandwijdte tot drie meter) te zien in de lucht. Ook zien we nog een pinguin en een aantal zeeleeuwen. Het is inmiddels eind november en we vervolgen onze weg langs de zuidkust. Het is gaan regenen. Het weer is een stuk wisselvalliger op het zuidereiland, en na een aantal goede dagen is het dikwijls weer regenachtig. Zo ook langs de zuidkust. We hebben nog wel zon bij de de kliffen van Nugget Point, maar veel van de zuidkust valt voor ons letterlijk in het water. We trotseren de regen om bij Curio Bay een gefossiliseerd bos uit het Jura te aanschouwen, een geologisch hoogstandje. Verder veel wetlands, schattige afgelegen boerderijen, verlegen lammetjes en nieuwsgierige koeien. Bij Invercargill slaan we voedsel in voor de vierdaagse Kepler Track die we begin december gaan lopen in Fjordland.

Het zuidwesten van het zuidereiland is het gedeelte dat de meeste aandacht krijgt in de brochures. Witte bergen, blauwe meren, groene bossen, steile fjorden. Eerst de Kepler Track, één van negen zogenaamde Great Walks, meerdaagse wandeltochten met als het goed is belachelijk mooie vergezichten. De weersvoorspellingen voor de komende dagen zijn in ieder geval goed. We hebben in Indonesië de laatste bedden in de berghutten geboekt voor deze dagen, we zijn benieuwd. En goed voorbereid. Te goed? In ieder geval hebben we genoeg (lees: buitensporig) veel eten bij ons. Het is 60 kilometer lopen en klimmen, 15 per dag, maar ik weet niet of we daar wel tijd voor hebben als we dit allemaal op moeten eten. Instant curry, instant aardappelpuree, heel veel mueslibars en zelfs een volledige pannenkoekenkookset gaat mee. De eerste dag biedt het meeste klimwerk. Eerst door bos, dan het laatste uurtje boven de bushline naar de Luxmore Hut. Wauw, wat een uitzicht! De bouwer van deze hut had een goed oog voor locatie; vanuit de hut kijken we op Lake Te Anau en de zuidelijke fjordarm met daarop bos en sneeuw. En de hut is ook nog eens comfortabel te noemen, wat wil een wandelaar nog meer. We zijn vroeg begonnen vandaag, dus de zonnige middag biedt afdoende ruimte voor het lezen van een boek en het wegwerken van een deel van ons voedselpakket.

De tweede dag is de alpiene dag, die net als bij Tongariro voor het hoogtepunt moet zorgen. Inderdaad een waanzinnige dag, over bergpieken, door sneeuw en langs richels met aan twee kanten uitzicht op meer bergen. Marily vindt het vreemd dat ik zo veel moois met één zin af doe, maar ik weet niet hoe ik het nog beter kan zeggen zonder in herhaling te vallen. Af en toe vliegt er een prachtige kea voorbij, 's werelds enige bergpapegaai. Bij een schuilhutje onderweg probeert één van deze bijdehante en slimme vogels wat mee te snaaien van onze lunch, inclusief tactische omtrekkende sluipbewegingen. Gek beest. We dalen langs een richel neer in een beboste vallei waar de Iris Burn hut gelegen is. We maken nog een korte stop naar een waterval en zien een gezin Whio (blue duck). Deze eenden leven in snelstromende rivieren en daarom heeft Oom Evolutie ze voorzien van een rubberen stootkussen op den snavel. Vet handig voor een eend die praktisch gezien eigenlijk altijd aan het raften is. De natuur, wat een wonder. Terug in de hut, tijd voor: pannenkoeken bakken! Eindelijk al die zut uit mijn tas. De geur van vele pannenkoeken kaas-worst maakt dat de overige wandelaars met het kwijl in de mondhoeken jaloers zitten toe te kijken.

Dag drie, nog steeds goed weer. Vooral veel bos en nog wat lopen langs een meer. Wel een heel mooi mossig bos met veel varens. Bij de laatste hut kan er zelfs gezwommen worden, al is het water aan de koude kant. Veel zandvliegen weer hier, potdikkie. Jeuk! Gelukkig gaan die 's avonds altijd naar bed. `Hé, wat is het hier warm in de slaapzaal', denkt een Amerikaan. `Laat ik de deur open doen'. Niet veel later worden we allemaal wakker van het luidruchtige gezoem van veel muggen om ons heen. Nee hé, ook gij, muggen?!?! De slotdag is ook weer door bos en meer. Maar nu in kletsnatte regen. Sop, sop, sop. Na zes kilometer is er een parkeerplaats waar shuttlebussen vertrekken. We hebben er geen gereserveerd, maar bij aankomst wil er net één wegrijden. Hmmm, nog 10 kilometer lopen met soppende schoenen of voor 24 dollar valsspelen en lekker warm binnen gaan zitten? Dat laatste natuurlijk, we zijn op vakantie! Terug in Te Anau voor de verandering maar eens een cabin in plaats van tent, lekker warm douchen en slapen.

We pakken de weg naar het beroemde Milford Sound, het beroemdste fjord van Nieuw-Zeeland, en boeken een boottocht van twee uur. De fjordwanden zijn steil en de watervallen die eraf komen zijn indrukwekkend, maar echt overdonderd zijn we niet. Kan ook niet anders, we zien de hele tijd zo veel mooie dingen, en het druilerige weer helpt ook niet mee. Wel zien we nog een grote familie bottlenose dolfijnen spelen rond de boot. We kamperen in de vallei, maar worden gedwongen tot eten in de auto als de zandvliegen weer rondzoemen. Aaargh. Jullie zullen we niet missen, stelletje doerakken! In al dit natuurgeweld is de culturele component wat verdwaald geraakt, daarom net als de vorige keer maar weer een Maori-legende. Er was eens een god, Tu-te-raki-whanoa, die zijn innerlijke tuinarchitect los liet op zijn land en zodoende het prachtige Fjordland creërde. Bravo, niets dan lof. Hij had talent, dat kon hij zo zien. Zijn nieuwste creatie was echter zo mooi, dat de mensen stopten met werken, omdat ze niets anders meer konden dan zich vergapen aan hun omgeving. Dit veroorzaakte een opvlieger bij de godin Hinenuitepo, die razend werd van deze improductiviteit (tijd is geld, zal ze gedacht hebben). Zij creërde op haar beurt de zandvlieg, om de mensen te bijten en te zorgen dat ze doorliepen. Ja hallo, muts, dat had je toch ook níet kunnen doen?!

Volgende halte: Queenstown, het zelfbenoemde `adventure capital of the world'. Op iedere manier denkbaar door de mens kun je jezelf hier laten lanceren, vallen en door de mangel laten halen onder het mom van `extreme sports'. Hangt wel een prijskaartje aan. Sommige attracties zijn hier zo duur dat het lachwekkend wordt. Gelukkig is wandelen gratis. Het stadje ligt langs Lake Wakatipu, wederom een prachtig meer omringd door bergen. We nemen de weg naar Glenorchy en verder voor meer natuurschoon en schapen. Eén van de vele filmlocaties van de Lord of the Rings- en Hobbit-trilogieën. De bergen alhier vormden onder andere het decor voor Isengard en Lothlórien. Ondertussen is het tijd voor een man met lange witte baard. Nee niet Saruman, maar natuurlijk onze eigen goedheiligman. We krijgen zelfs een opdracht van de goede Sint!

Op naar de volgende berg-meer-combinatie, op naar Wanaka. Wat een mooi gebied weer, met veelbelovende dagwandelingen nabij. Vroeg op voor de beklimming naar Roys peak. Heerlijk weer, niemand in de buurt, dit ziet er goed uit. Het uitzicht wordt steeds mooier. Aan de top zijn we alleen en het uitzicht is fenomenaal. Een perfect moment om Marily ten huwelijk te vragen. En ze zegt nog ja ook! Gelukkig maar, anders was de afdaling ook zo awkward geweest. Maar dit is een goednieuwsshow, dus tijd voor een flesje bubbels, die ik toevalligerwijs ook in mijn tas heb verstopt. Schmeckt gut! Terug in Wanaka is het goed toeven in de jacuzzi die ze bij het holiday park hebben. Ook de volgende dag een mooie wandeling, Rob Roy glacier, en een dito rit ernaartoe door de Matukituki-vallei. Negen keer moet ons autootje door water waden, en met succes, al is numero 7 eigenlijk wat te diep. Dat vindt een Nieuw-Zeelandse Bob de Bouwer blijkbaar ook, want op de terugweg heeft iemand in een bulldozer de boel leeggegraven. Dank daarvoor!

Via de Haast-pas bereiken we de westkust. Weinig benzine, we waren te lui om te tanken bij de laatste gelegenheid waar dat kon. Oeps. Te weinig? Neen, door voorzichtig en te langzaam rijden halen we het net. De westkust doet intussen waar ze goed in is: regen regen regen. In de buurt van het afgelegen Jackson Bay slaan we kamp op. Nu ja, kamp, in deze regen heeft kamperen weinig zin. Illegaal wildkamperen in de auto dus. Boefjes. Stoelen helemaal naar achter en slapen maar. Hmm, dat ligt beter dan verwacht. En 's ochtends lekker snel weg, dat ook nog. De kust, gekenmerkt door rust, wetlands en mysterieuze beboste bergen op de achtergrond, ziet er inderdaad uit alsof het zeer mooi is, maar door het weer krijgen we er weinig van te zien. Het is veel koppen koffie en folders uitspelen in lokale cafés, dezer dagen.

Noordwaarts zo die gaat. De Franz Josef-gletsjer slaan we over, lekker badderen in de outdoor hot pools niet. Wederom slapen in de auto; de luiheid slaat toe en de goede ervaring met het experiment van gister verdient wat ons betreft een vervolg. Een snelle wandeling bij de Fox-gletsjer, met geo-commentaar van Marily en geo-verschijnselen uit het boekje. Alsof je Marshak-boek wordt voorgelezen, zeg maar (alleen voor AW'ers). De westkust raast onder onze glibberige bandjes vandaan. Maar weer een cabin, droog en knus; we vragen ons af of we ooit de tent nog gaan opzetten? Lekker koffie in een café en skypen met vrienden en familie in Nederland. Positieve reacties op het heuglijke (??) nieuws van onze verloving. Blijdschap alom, zo te horen heeft eenieder wel zin in een borrel.

Intussen genoeg tijd over om alsnog naar Abel Tasman te gaan. Heerlijk weer voorspeld voor de komende dagen en er zijn warempel nog drie bedden vrij in de laatste hut van de gelijknamige Great Walk. Doen! De Great Walk duurt normaal vijf dagen maar je kan deze makkelijk opsplitsen of deels per kajak of boot-shuttle doen. Wij kunnen dus als toetje op de reis een tweedaagse trektocht maken. Zeg, maar Abel Tasman, dat klinkt me wel Nederlands in de oren! Zeker. In naam van de VOC was Abel Tasman de eerste Europese ontdekkingsreiziger die Nieuw-Zeeland ontdekte. Vandaar de naam van het land, vermoedelijk. Hij voer hier rond in 1642, vond dit prachtige land en bedacht zich: hier moet ik zijn! Helaas resulteerde dat in vele conflicten met Maori (en ongetwijfeld ook zandvliegen). Die eerste partij kwam in oorlogskano te water, er werd aan beide zijden bloed vergoten en uiteindelijk slaagde Abel er niet in om het land voor Nederland te claimen. Helaas. De tocht is lekker kort, maar 3-4 uur beide dagen, uiteraard wel met bepakking maar dat is niets met onze getrainde beentjes. Ook heb ik dit keer geen Marily's Pannenkoekenkookset bij me, dat scheelt aanzienlijk (al waren ze wel lekker!). Eerst wat omhoog over Gibbs Hill. Prachtig uitzicht over de kustlijn, gouden stranden, blauwe zee, subtropisch regenwoud. We slapen in de Whariwharangi hut, een oud boerderijtje uit 1896.

We pakken nog een stukje binnenland mee op de terugreis naar Christchurch via de Lewis-pas. Vanzelfsprekend een mooi gebied. En ja hoor, de tent wordt weer eens gebruikt! Nog drie dagen. Nabij Christchurch ligt de Banks Peninsula, een oude vulkaan met veel baaien. Wat een soort van opvullertje lijkt te worden, is in werkelijkheid een prachtige rit (hoe kan het ook anders in Nieuw-Zeeland) langs de kraterrand. Net als de Otago Peninsula is dit een heuvelachtig kustgebied met veel grasland (lees: schapen) dat uitmondt in blauwe zee. Een laatste keer kamperen bij Okains Bay en onze kampeervakantie zit erop! Op naar Christchurch en twee dagen chillen in stad en hostel.

Ondertussen is het grote 'wie wil onze kampeerspullen kopen'-project begonnen. Dit project wordt gekenmerkt door hoopvolle Facebook-advertenties en schimmige transacties met andere reizigers op regenachtige parkeerplaatsen. Hier met jullie knaken, jongelui! We weten bijna alles te verkopen (wil iemand nog een elektrisch 12V-pompje of een cafetière hebben? Zo goed als nieuw!) en sprokkelen de helft van het totale aankoopbedrag bij elkaar. Niet slecht, gezien de beschikbare tijd en het clientèle (armlastige backpackers zoals wijzelf). Ons trouwe autootje gaat na een laatste borrel benzine terug naar zijn baasje, en we doen nog een rondje door de bouwput die Christchurch heet. Veel bouw- en kunstprojecten zijn gestart na de desastreuze aardbevingen van 2010 en 2011, maar de vele kapotte gebouwen en lege plekken in het centrum verraden dat er nog genoeg werk aan de winkel is.

We vliegen naar Auckland voor meer stadse gemakken, in afwachting van onze vlucht naar Frans-Polynesië. Nieuw-Zeeland, of Aotearoa, het land van de lange witte wolk, heeft onze verwachtingen ingelost, en meer dan, wat een mooi land. De schoonheid, maar vooral ook de diversiteit van de natuur, tezamen met de lage bevolkingsdichtheid, vormen een ideale combinatie. Vergelijkbare landschappen zijn ook in Europa te vinden, pak hem beet in Schotland, Engeland of Zwitserland, met het verschil dat er hier geen tussenkomst is van grote of lelijke industriële stedelijke gebieden. Als ik het zo eens terug lees hebben we best vaak regen gehad en vooral wisselvallig weer. Dat was zeker zo, maar laat ik even benadrukken dat de zon ook vaak scheen, en dat we een toptijd hebben gehad. Zo, waarvan akte. En nu, iets heel anders. De vele kerstbomen in de winkelcentra kondigen het hier al aan: kerstvakantie, joepie! Op naar Frans-Polynesië en Paaseiland. Tot over een paar weken, als het goed is vanuit Zuid-Amerika!

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl

Foto’s

4 Reacties

  1. Pim:
    19 december 2015
    Lieve Marily en Ralph,
    Wat een geweldig leuk en leerzaam verhaal weer voor de thuisblijvers. Prachtige foto's en wat een mooie wandelinge! Jullie moeten wel in top conditie zijn. Welk een romantiek, zo'n huwelijksaanzoek boven op een berg. Nu maar flink sparen want een trouwerij schijnt tegenwoordig nog al prijzig te zijn. Hebben jullie al een wedding planner op het oog?
    Veel plezier op jullie volgende bestemming. Dat zal wel luieren worden.
    Hartelijke groeten van Papadopoulos
  2. Susanne:
    19 december 2015
    Weer een prachtig verhaal met een romantisch tintje.
  3. Maite:
    19 december 2015
    Zeg, blijft dat zo!? Wat een prachtig verhaal, wat een prachtige natuur. Das toch niet normaal! Muhimu tamu zeg! Ik denk dat ik maar eens ga sparen voor een ticket Nieuw-Zeeland. Hopelijk blijft het zo mooi tot 2025 ;-) Gefeliciteerd tortelduifjes!
  4. Mama Empakai:
    3 januari 2016
    Nog net voordat de volgende blog uit de lucht komt rollen: foto’s die doen watertanden, práchtig verhaal, weer vól van onderkoelde humor en ondanks weinig woorden voor mij zeer beeldend! Je bent té kritisch over Marily’s zogenaamde magere beschrijving van het landschap(schisten en gneissen). Toevallig begrijp ik meteen waar het over gaat, omdat ze me dat in Zuid-Afrika uitgebreid heeft uitgelegd. Jammer van het weer, maar wellicht een idee voor jullie huwelijksreis (maar dan wel zonder zandvliegen!)? Van harte, lieverds!