Panama & Miami

7 mei 2016 - Madrid, Spanje

De laatste loodjes wegen doorgaans het zwaarst. Edoch niet ditmaal, want deze twee weken waren immers zeer prettig. Over een paar uur zijn we alweer thuis, ach hemel! Het valt me zwaar dit te zeggen, maar dan toch, voor de laatste keer: veel plezier met de blog en de foto’s!

23 april tot 7 mei, 2016

Terug van vakantie, het moest er ooit van komen. Genoten hebben we van Bolivia en Peru. Gelukkig hebben we nog een week om te herstellen en bij te bruinen aan de Caribische kust, gevolgd door een week de American Dream najagen in Panama City en Miami. We rollen in Lima uit de luxe nachtbus, zo de VIP-lounge in. U weet wel, die van de vorige keer met oneindige voorraden Inka-cola en brede fauteuils. Wij vinden namelijk dat je ook na de busdienst gebruik mag maken van dit soort faciliteiten. Het is zes uur ’s ochtends, en onze vlucht naar Colombia vertrekt pas zes uur ‘s avonds. Als tijdverdrijf besluit Marily wat te solliciteren (tja, wij moeten er ook weer aan geloven) en loop ik op een industrieterrein computerwinkels af. De oplader van mijn laptop heeft namelijk het licht gegeven, en ik wil u, als trouwe lezer, natuurlijk niet de laatste blog onthouden. Als de Inka-cola onze oren uitspuit, verkassen we naar het vliegveld voor meer wachttijd. Terug in Cartagena, een stuk lager dan de Peruviaanse bergen en een stuk warmer.

Weer vroeg de wekker want we moeten nog één keer lang in de bus. We gaan over een paar dagen op avontuur per boot naar de San Blas-eilandengroep voor de kust van Panama. De tour begint ergens in het noordwestelijke puntje van Colombia, dus hup, op weg. We vinden tussen alle schreeuwende kaartverkopers zowaar een grote bus die direct naar Necocli gaat, bonus. Acht uur later zijn we in het traditiegetrouw lawaaiige plaatsje. Dat Colombianen nog oren hebben mag een wonder heten. Een winkel of restaurant is ogenschijnlijk niet compleet zonder blazende stereotoren die converseren onmogelijk maakt binnen een straal van tien meter van het gebouw. Slapen en dan weer verder naar Capurganá met een hele volle natte speedboot waar de regen en golven onuitputtelijk overheen slaan. We zijn expres snel doorgereisd na onze vlucht zodat we nog een extra dagje van deze tropische Caribische bestemming kunnen genieten. Helaas is het weer een andere mening toegedaan. Het wordt derhalve een dagje regendruppels tellen vanuit hostel en restaurant. De volgende dag is het bewolkt maar gelukkiger een stuk droger. We hebben om 12:00 een briefing en leren de rest van de groep kennen. We zijn met 24 toeristen en drie gidsen. Na 38 waarschuwingen over het risico van natte tassen tijdens de trip zit al onze baggage braaf verpakt in meerdere lagen ziplock- en vuilniszak. Behalve rum en zwembroek, want die gaan we nog nodig hebben. Daar gaan we dan, op twee speedbootjes de eilanden tegemoet.

Eerst nog even langs douane-eiland, om daar twee uur lang te zien hoe Panamese douane-beambtes geen enkele haast maken bij het controleren van passerende toeristen. Een vrolijke hond mag ook nog even zijn snufferd in onze tassen steken. Deze snuffelmans bevestigt dat we geen balen cocaïne bij ons hebben en geeft ons vrijbrief om verder te varen. Na 1,5 uur zijn we bij het eerste eiland. Het bestaat uit zand, palmbomen en een volleybalnet. Er kan gesnorkeld worden en er is een vertegenwoordiger van de inheemse Kuna-stam die koud bier en cola verkoopt. Prima zo. De eerste biertjes worden opengetrokken en er wordt driftig gebeachvolleybald, op het bedenkelijke niveau dat je mag verwachten van dronken toeristen op een onbewoond eiland. Maar een lol dat we hebben. Volleyballen wordt afgewisseld met eten, snorkelen, drinken en dobberen. Zwemmen is immers te veel gevraagd. Een kokosnoot kopen en de inhoud complementeren met een gezonde scheut rum blijkt ook een goede zet. Na deze goede eerste sessie verkassen we naar een bewoond eiland waar we de eerste nacht doorbrengen. Stelletjes krijgen een bed, de rest een hangmat. Ghe ghe. We krijgen een rondleiding door het Kuna-dorp en worden gevolgd door hordes kinderen die net zo graag selfies maken als de moderne toerist maar nog geen smartphone hebben. ’s Avonds eten in een lokaal restaurant en onszelf laven aan bier en rum-cola. Na het ontbijt door naar het volgende eiland. Deze heeft leuke huisjes maar is verder wat minder mooi. Komt ook door het weer, dat nog steeds niet echt meezit. Het is Koningsdag, dus in ons huis zijn alleen Hollanders welkom. Leve de Koning. Hoera. Hoera. Hoera. Behalve een aantal Nederlanders is de groep een gezellig melange van Europeanen en een vijftal Australiërs, waaronder een ouder stel waarvan de 61-jarige man maar al te graag op de praatstoel zit. Prachtige verhalen tijdens het drinken vallen ons ten deel. De Ierse delegatie blinkt uit in zichzelf eraf leggen middels een fles rum per persoon per dag, geheel in lijn met hun cultureel erfgoed en genen. Even een stukje snorkelen, maar het rif rond dit eiland is niet om over naar huis te schrijven. ’s Middags een uitstapje naar een mini-eiland waar een tweetal apen is gehuisvest. Aan een lijntje welteverstaan, eigendom van een Kuna en bedoeld om de selfie-verslaving van buitenlandse bezoekers te stillen. Sneu wel. Het eilandje zelf is wel mooi en de zon prikt zowaar voorzichtig door de wolken heen. En er is uiteraard koud bier, zoals overal in deze archipelago. Een lange regenbui in de avond deert de gezelligheid niet en we gaan vrolijk verder waar we gisteren gebleven waren, i.e. kaarten, lachen en drinken.

Dag drie breekt aan en de zon breekt door. Jippiekajee. We komen vroeg aan bij ons nieuwe verblijf, waar we de rest van de dag zullen blijven. Kijk, deze ziet er tenminste écht uit als een prototype tropisch eiland. Het zand is witter, het water blauwer, de palmbomen net iets fotogenieker. Zelfs het beachvolleybalnet is van hogere kwaliteit. Vele heroïsche wedstrijden worden er vandaag gespeeld. Jammer dat er geen toeschouwers zijn. Het eerste biertje wordt ruimschoots voor lunchtijd opengetrokken, aaaah, zeer prettig dit. Het rif is nog steeds niet heel bijzonder maar wel beter dan eerder op deze tour en ik zie zowaar een prachtige adelaarsrog. De visstand is wel opvallend laag. En zo valt de avond alweer. Tempus fugit, ook op onbewoonde eilanden klaarblijkelijk. Het avondmaal is van grote klasse, met een buitensporige hoeveelheid kreeft, octopus en schelpdier en een heerlijke vegetarische curry voor gekke mensen zoals Marily die niet van vis en zeedieren houden. Een kampvuur wordt ontstoken, de marshmellows gaan rond en iedereen zet nog eens flink aan om alle rum op het eiland echt op te krijgen. Een Zwitser die tot nu toe uitblonk in zich afzijdig houden van de groep blijkt opeens een gitaar bij zich te hebben en heel veel liedjes te kunnen spelen. Er wordt en masse gezongen. Wel vragen we ons af waarom ie pas op de laatste avond met die gitaar op de proppen komt, maar dat terzijde. Hij wilde zeker neutraal blijven, het blijft een Zwitser hè. Vannacht moeten ook wij stelletjes tussen het gewone volk in een hangmat slapen. Ligt prima, zeker met een gunstige hoeveelheid drank in de mik. Ja ik weet, ik memoreer drankgebruik vrij vaak in de afgelopen alinea’s, maar het was dan ook één van de voornaamste activiteiten. Tot mijn verbazing blijven we nog de gehele ochtend op het eiland hangen. Meer van dit, chill. Daarna lunchen op nog een eiland, kleiner en nog mooier. En het weer is wederom top vandaag. Lekker hoor. Daarna toch echt terug naar het vasteland en vanaf daar een jeep naar Panama City. Wauw, dat is me nog eens een transitie. De lichten van vele wolkenkrabbers fonkelen ons tegemoet. We worden gedropt in ons hotel, scoren snel een kebab om de hoek en vallen dan als een blok in slaap.

Een langzame start. Live-voetbal op TV vanuit bed, even bijkomen hoor. Toch maar iets toeristisch ondernemen. We bezoeken het leuke en nieuwe biodiversiteitsmuseum. We willen ook nog een weg nemen die het water inloopt voor een uitzicht over de skyline, maar we zijn zo laat vertrokken dat dat er niet meer inzit. We hebben om 17:30 namelijk een rendez-vous met de rest van de groep voor een borrel in de wolkenkrabber van ene meneer Trump. In de vorm van een zeil van een schip, heel stijlvol, ahum. Eerst gezamenlijk uit eten en daarna bier op de zesenzestigste verdieping. Een mooi uitzicht, dat op den duur echter ten prooi valt aan de regen. Een goed moment om te verkassen naar het oude stadscentrum, Casco Viejo. In een gezellige bar met patio gaat de reünie door tot in de vroege uurtjes. Dan toch echt afscheid nemen.

Laat naar bed betekent laat opstaan. Eerst maar eens picknicken in een park aan het water en wat rondhobbelen in Casco. Samen met twee Nederlanders van de cruise (Emily en Eveline) naar het fameuze Panama-kanaal. Er is een 3D-film, een museum en een observatiedek vanwaar een mens de varende reuzen langzaam maar zeker door de sluizen heen kan zien glippen. Dit alles onder enthousiaste begeleiding van een Panamees met een microfoon die de specificaties en meest doelloze trivia over de passerende schepen het luchtruim in slingert. Leuker dan verwacht eigenlijk, om dit staaltje menselijk ingenieursschap een keer van dichtbij te aanschouwen. Biertje doen in een kleine brouwerij en daarna uit eten. Of toch niet. Een ware stortbui raast over de straten van de stad. Een slecht moment om op slippers over straat te lopen. Laat dat nu precies zijn wat wij aan het doen waren, op weg naar een restaurant. Helaas, doorweekt aldaar aangekomen blijkt dat alles dicht is. De combinatie van zondagavond en Dag van de Arbeid pakt niet in ons voordeel uit. Alleen de KFC is open. Bah. Zoals iedere fastfoodketen blinkt ook de KFC uit in smerig voedsel en personeel dat te dom is om te ... Hap slik weg en zo snel mogelijk naar de warme douche in onze hotelkamer.

We besluiten onze laatste dag te spenderen in het zwembad bovenop ons hotel, waar we nog steeds niet zijn geweest. Het blijkt een prima zwembad waar we ons prima een dag kunnen vermaken. Nog maar even extra van genieten, zeker als we horen dat het in Nederland hagelt. Maakt u zich niet druk, wij zullen de zon meenemen bij onze terugkeer. ’s Avonds uit eten met Emily en nog een bezoek aan de Trump Tower, ditmaal bij zonsondergang. Blijft mooi. Niet de man, maar zijn uitzicht. Uit eten en dan op bed een nieuwe Game of Thrones-aflevering kijken. Ja, ja, wij zijn gewoon bij hoor. Zo, dat was een dwarsdoorsnee van Panama. Een moderne, rijke (en belachelijk dure!) Amerikaanse stad en een Caribische eilandengroep bewoond door een inheemse stam en kokosnoten. Meer tijd hebben we helaas niet voor dit land, dus we hopen maar dat deze twee bestemmingen representatief zijn voor de rest van het land.

Op weg naar onze laatste bestemming: Miami. We konden hier nog een paar dagen verblijven omdat we er sowieso een tussenlanding zouden hebben. Wie zijn wij om dat dan te weigeren? Lekker gemaakt door de inzichtelijke teksten van Will Smith zijn wij benieuwd hoe stereotype-Amerikaans Miami en South Beach zullen zijn. Party in the city where the heat is on; All night, on the beach till the break of dawn; Welcome to Miami; Buenvenidos a Miami. We gaan het meemaken. Alles is hier kneiterduur, dus ook de accommodatie. Het meest betaalbare was een bed in een 9-bed dorm in het beste party-hostel van Florida (of iets dergelijks). Dat zal me wat worden. Bij de prijs zit driemaal daags eten, nu begrijpt u onze keuze. Direct bij het inchecken worden de eerste uitgaans- en drankoffers al gemaakt. Klinkt heel leuk, maar wij zijn moe, oud en afgereisd. Ja ja, excuusjes verzinnen gaat ons makkelijk af. We kijken hoe de Miami Heat in de playoffs de Toronto Raptors verslaan in een Ierse pub. Tegelijkertijd verbazen we ons over het aantal time-outs (en reclame) in het laatste gedeelte van de wedstrijd. 2 minuten en 52 seconden zuivere speeltijd kunnen blijkbaar opgerekt worden tot een kwartier als de coaches er zin in hebben. Gek genoeg levert deze tactische ongein soms nog resultaat op ook. Wat een sport. Afgepeigerd van het TV-kijken zoeken we ons bed op. Slapen blijkt er niet echt in te zitten vannacht. Aan de eerste lambal die binnenstrompelt met het licht aan kunnen we ons niet ergeren, het is immers een partyhostel. Maar daarna wakker worden omdat twee stel Australiërs onophoudelijk ligt te paren is toch minder. Stelletje konijnen. ’s Ochtends maar even wisselen van kamer.

Op naar het strand voor minder naakt en meer zon en zee. Een breed strand met niet al te veel mensen erop en een gunstige temperatuur. Al snel betrekt het echter en breekt het onweer los in de sunshine state. Goed weer om een tour uit te kiezen naar de nabijgelegen Everglades. Alle tours blijken echter vrij schraal en bevatten allemaal een alligator wrestling show. Like Omigod, so amazing. Dat hoeft van ons dus écht niet en we besluiten een auto te huren voor een dag. Bij het ophalen blijkt dat de door ons gehuurde auto (de kleinste en goedkoopste uiteraard) niet meer beschikbaar is. De enige opties zijn een 7-persoons Chrysler en een nog grotere SUV. Eh, doe die eerste maar dan. Het zou Amerika niet zijn als we niet in een veel te grote auto zouden rondrijden, per slot van rekening. De Everglades, het lijkt gras met water maar het is water met heel veel gras, aldus de bordjes. We rijden eerst zuidwaarts richting Flamingo aan de zuidkust van Florida. Onderweg kan er gestopt worden om korte boardwalk-wandelingen te doen. Bij de eerste stop wordt gelijk een dikke alligator gespot. Verder vogels (reigers, lepelaars e.d.) en helaas ook een gezonde dosis muggen. ’s Middags rijden we noordwaarts naar Shark Valley. Hier kan per fiets een route van 15 mijl afgelegd worden langs moeras en een sloot die tjokvol alligators zit. Het lijkt een beetje op een kruising tussen het wandelgebied bij Lauwersoog en de Amsterdamse Waterleidingduinen. Fietsen in een Hollandsch landschap, het is waarachtig een geschikte acclimatisatie-oefening. Met als bonus dus alligators, een zogenaamde softshell-schildpad (met puntneus!) en meer van dit soort vermakelijke fauna.

Voldaan en vermoeid rijden we terug naar Miami. De man van het autoverhuurbedrijf blijkt een naar figuur, maar uiteindelijk lukt het ons toch de auto in te leveren. Want we moeten verder naar nog een typisch Amerikaanse activiteit: een honkbalwedstrijd bezoeken. De Miami Marlins (zwaardvissen) spelen tegen de Arizona Diamondbacks. Die gaan eraan, zoveel is zeker. We vreten ze op! Net als de grote hot dogs bij een kraampje voor het stadion. Het grote en nieuwe stadion is opvallend leeg, maar ja, wat wil je ook met 162 competitiewedstrijden per jaar (exclusief playoffs). Het tempo ligt bij honkbal zeer laag. maar voor een keertje is een wedstrijd zeker vermakelijk. De Marlins winnen 4-0 en er wordt zowaar nog een homerun geslagen aan het eind van de wedstrijd. Naar huis komen blijkt zo ’s avonds laat nog best een opgave. We hebben te weinig contant geld voor de bus en moeten dus op zoek naar een ticketmachine bij een metrostation die een credit card accepteert. Dit blijkt nog gevaarlijker dan je zou verwachten. Bij het metrostation aangekomen doemt een grote boze neger op met een ... paraplu ... nee, wat? ... een pump-action shotgun. Kaas. Klak-klak, het geluid van een shotgun die doorgeladen wordt, u wel bekend uit vele actiefilms. I know you heard me the first time! Wat? Het blijkt een bewaker van een waardetransport dat automaten op het station leegt. Zo typisch weer hoe die doorgesnoven paranoïde Amerikanen gelijk in agressormodus schieten als ze een wapen vast hebben. Het moge duidelijk zijn dat dit pas de eerste keer was dat we hem hoorden. Ik dacht in eerste instantie dat we op onze laatste avond beroofd gingen worden, Marily dacht dat een of andere geflipte zwerver ons ging neerblaffen. Wel even schrikken geblazen dus. Bedreigd worden met een vuurwapen, we kunnen het onderhand een culturele ervaring noemen in dit maffe land, treurig maar waar. Enfin, het loopt allemaal goed af en twee uur later zijn we dan toch terug in het hostel. We wilden mee uit vandaag in deze party-stad (ja echt!) maar inmiddels is het al te laat. Genoeg opwinding ook wel voor één dag, dacht ik zo.

Oh nee, wat is er nu toch aangebroken? De laatste dag! Dag 271. Hoe kan dat nou? Nog even een paar uurtjes zwemmen en bakken op het strand. We moeten wel een beetje gebruind terug komen natuurlijk. De tranen vloeien rijkelijk, zo bedroefd zijn we dat de vakantie erop zit. Het strand spoelt bijna weg, werkelijk waar. De laatste pizzapunt wordt naar binnen geschoven en dat is het dan, op naar het vliegveld. Marily doet verwoede pogingen om nog in Amerika naar de McDonald’s te gaan maar die zit helaas in een andere terminal. Dan maar in Madrid. Je krijgt wel patatjes, schat, maak je geen zorgen.

En daar zitten we dan, een dag later op de luchthaven van Madrid. In de McDonald’s uiteraard, met frisse tegenzin mijnerzijds voor de duidelijkheid. De laatste hand aan de laatste blog. Dat het ooit toch zo ver heeft kunnen komen. Zucht. We kunnen terugkijken op een werkelijk fantastische en zeer diverse reis. Gelukkig hebben we de komende periode als werklozen genoeg tijd om alle foto’s nog eens rustig te bekijken. Negen maanden aan herinneringen, wat een feest. Ik wil alle trouwe fans van de blog bij dezen bedanken voor hun blijde en/of jaloerse reacties. Het heeft ons er doorheen gesleept al die maanden. Voor nu rest mij nog slechts te zeggen: tot heel snel! 

Foto’s

1 Reactie

  1. Mama Empakai:
    9 mei 2016
    Voor de laatste keer jullie blog gelezen. Dat is wel raar, want ... ik heb jullie net uitgebreid in levende lijve gezien. Dat is maar goed ook, want die wild west avonturen van jullie trek ik even niet meer! De foto's zijn weer top. Je lijkt wel Erik (Pinksterblom) van het Klein Insectenboek! Prachtig!