Ecuador

26 februari 2016 - Salento, Colombia

Een nieuw jaar, een nieuw continent: hola, Zuid-Amerika. Eerste etappe: Ecuador. Zeven weken alhier, dus een extra lange blog. Ha, wat een feest, daar zaten jullie ongetwijfeld op te wachten. Met extra veel foto’s van vogels en ander gespuis. En als extra bonus-bonus net als vorige keer een heuse film van Marily, ditmaal liefst twaalf minuten over de Galapagos. ¡Disfrute!

2 januari tot 19 februari, 2016 

“Dame tu mano y venga conmigo. Vamonos al viaje para buscarlos sonidos magicos ... de Ecuador!” aldus treffend verwoord door Sash! in hun hit Ecuador! uit 1997. Beter goed gejat dan slecht verzonnen, ook in Zuid-Amerika. Eerst nog even een uitgebreide overstap van twee dagen in Santiago, Chile, op doorreis vanaf Paaseiland richting Quito, Ecuador. We pakken de bus naar Valparaiso, een stad een kleine twee uur rijden van Santiago. De stad staat bekend om haar heuvels met kleurrijke huizen en levendige graffiti-kunst op zowat iedere muur. Leuk om even mee te pakken. Santiago zelf heeft wel veel koloniale gebouwen maar deze zijn overwegend grauw. Vanaf een aantal uitzichtspunten in de stad kan een mens de Andes aan de horizon zien opdoemen. Op naar de airport. Hé, waarom staat je tas open? Een gehaaide nep-Chinees en zijn vermoedelijke kompaan slaan snel toe en ontfutselen Marily haar telefoon. Shit! Blokkeren en aangifte doen blijkt geen sinecure op de luchthaven van Santiago. Het enige tweetalige aan de informatiebalie zijn de T-shirts van de desbetreffende medewerkers en de internationale politie doet zijn naam geen eer aan. Met wat zweten en brabbelen lukt het om de simkaart telefonisch te blokkeren en een politierapport te bemachtigen. Zo, en nu snel instappen.

Veilig en wel in Quito. Heel leuk hostel (Community) met vooral een zeer goede sfeer en topbedden. Gratis stadstour? Dat gaat er bij ons wel in. Het oude centrum van Quito is erg mooi; wat een beetje regelmatig witten van de monumenten al niet kan doen, daar kan Santiago wat van leren. Onze zoektocht naar een goedkope nieuwe telefoon wordt sterk gehinderd door het feit dat electronica in Ecuador blijkbaar absurd belast is. Een goedkope doch schrale telefoon is niet te vinden, ook niet op de zwarte markt, dan maar een dure doch zeer schrale telefoon. In Ecuadoriaanse restaurants kan men prima eten voor drie dollar, al is het wel altijd hetzelfde (aardappelen, rijst, stuk vlees). Zelf kan ik de morocho, een soort warme maismelkdrank met een anijstwist, zeer waarderen. Het is ladies night, tijd om uit te gaan. De DJ volgt braaf het protocol dat in Latijns-Amerika lde boventoon voert: na ieder half uur lompe dance-muziek volgt een half uur salsa. Erg prettig voor latino’s, niet voor West-Europeanen zonder dansvaardigheden zoals ondergetekende. Al gauw is mijn gebrek aan dansmoves algemeen bekend en word ik het favoriete onwillige slachtoffer van vrouwelijk Uruguay. Zucht, waar was mijn bier ook alweer?

Brak op weg naar Riobamba. We horen goede verhalen over een mountainbiketour op Chimborazo, de hoogste berg van Ecuador (6397 m). Snel boeken vlak voor sluitingstijd. Of we de briefing van tien minuten of één uur willen? Eh, doe maar die korte, we moeten nog eten. Helaas, het wordt toch de lange. Jeemienee, wat een detail. Het beste segment: “and then, we go down around the corner here for 2 kilometres, this will take probably about 1.5 to 2 minutes, and then, 500 metres up a turn to the left, watch out for gravel in the corner, this will take 2 to 3 minutes ...”, etc. U zult begrijpen, we hebben niet vroeg gegeten die avond. We krijgen een lijst met aan te schaffen levensmiddelen om de eventuele hoogteziekte mee te trotseren. Op de lijst staat ondermeer een blok panela, ongeraffineerde gedroogd suikerrietsap (oersuiker volgens wikipedia), dat werkelijk niet te beuken is. Ik krijg nog rillingen over mijn rug als ik denk aan het afschrapen van stukken van die gore suiker met mijn tanden. Laat maar, dan heb ik liever hoofdpijn.

Samen met drie Fransen, een Belg en twee gidsen op naar de berg per auto. Onderweg een fantastisch helder uitzicht op deze machtige reus. Als openingsoefening een wandeling vanaf 4800 meter omhoog om even de 5100 meter aan te tikken, een nieuw PR. Terug op 4800 een arsenaal aan lichaamsbescherming ombinden voor de fietstocht omlaag. Hé, wat zie ik daar? Een jonge wolf?! Naslagwerk leert ons dat het om een Andrean fox gaat. Zo, vamos, zoevend naar benee langs de kale flanken van deze heilige berg. Erg gaaf. Het merendeel van de route voert langs kleine mooie mountainbikepaadjes, terwijl de vicuna’s ons gedesinteresseerd gadeslaan. Het wordt een mooie lange tocht, al zorgen onweer en regen voor een versneld einde.

Op naar Cuenca. Hier hebben we een week Spaans-cursus geboekt. Cuenca zelf is een prachtig koloniaal plaatsje met veel kerkjes, pleintjes en een gemoedelijke sfeer. Dat geldt niet voor het zogenaamd beste hostel in town; wel veel faciliteiten, waaronder onze favoriet, de pingpongtafel, maar een gezellige backpackerssfeer is notoir afwezig. Leuk, vier uur per dag Spaans les, maar helaas is onze lerares geen goede. Haar Engels zorgt voor meer verwarring dan opheldering, er is weinig structuur in de lessen en het gaat Marily allemaal wat te vlug. Onze middagen vullen we met wat Spaans oefenen, pingpongen en het stadje verkennen. Mexen blijkt een ideale methode om de Spaanse getallen meester te maken. Ook bezoeken we een mooi viewpoint over de stad en een kleine Inca-ruïne. Eén avond gaan we mee met wat mensen van het hostel en locals een lekker potje voetballen op een klein kunstgrasveldje in de buurt. Dat moet wel op bergschoenen in ons geval, maar met onze fluwelen techniek en dito balbehandeling vormt dit uiteraard geen probleem. Het valt ons wel zwaar om na zes maanden vakantie weer te voetballen op een kleine 3000 meter hoogte. Van Ecuador hoeven we overigens weinig te duchten in het mondiale voetbal; overspelen is uit den boze en de moeilijkste oplossing is doorgaans de beste. We volgen ook nog een gratis salsales op onze school. Hup hup, voetjes van de vloer. Básico, un dos trés! Na een week Spaans belonen we onszelf met een dagje wandelen in parque nacional El Cajas. Het overheersende landschap gaat schuil onder de noemer páramo, een alpien toendra ecosysteem gekenmerkt door hooggelegen meren, veen en grasland. En het is werkelijk waar prachtig. Perfect weer, veel zoet- en zoutwaren om op te knagen en een mooie tocht. Een lekker dagje wandelen, noemen we dat.

We verkassen naar Montañita, een surfdorp aan de kust waar ook een aantal spaansscholen gevestigd zijn. Ik neem een week privéles, terwijl Marily op de autodidactische toer gaat. Wat een verademing, deze leraressen zijn godzijdank een stuk beter. Ik krijg dagelijks wat huiswerk toegespeeld, maar er is ’s middags afdoende tijd om op het brede strand te liggen, of in het zwembad bij onze cabañas. In de cocktailstraat haalt een mens voor drie dollar een gunstig grote cocktail. Het is uiteraard een zeer toeristisch plaatsje, maar de sfeer is goed en er zijn opvallend veel toeristen/surfers uit Zuid-Amerika. De mensen bij onze cabañas zijn gezellig en op onze laatste avond is er een goede barbecue-, drank- en spelavond, die uiteraard wordt afgesloten in de cocktailstraat en bij een bar met goede livemuziek. ’s Ochtends brak ontbijten met live Engels voetbal ter herstel en dan op naar het volgende avontuur: Galapagos!

Ja ja, we hebben vluchten en een bootcruise voor zeven nachten geboekt voor deze bijzondere bestemming. Een lastminutedeal, maar nog steeds zwaar boven ons budget, dat er hiervoor nog zo gezond bijlag. Eerst een nachtje in Puerto Ayora, waar de zeeleeuwen lui op de kade liggen te nietsen en de pelikanen als torpedo’s het water instormen, op zoek naar lunch. We hebben voor een cruise gekozen die de meer afgelegen noordwestelijke eilanden bezoekt. Als het goed is krijgen we dan de meeste hoogtepunten van de archipel te zien. Ook bevat de route geen stops op de hoofdeilanden Santa Cruz en San Cristobal; die kunnen we prima zelf doen na de cruise. Onze boot is een hele mooie catamaran met een heel open indeling. De eetruimte is in de openlucht, de tafel is al gedekt. Wauw, dit is duidelijk veel te luxe voor ons. We hebben zelfs een eigen badkamer met een warmwaterdouche en een airconditioning. Ha, dat is nog eens wat anders dan dat drijvende barrel in Komodo. Tussen de twee drijvers is aan de voorkant een groot net gespannen, waar een mens heerlijk op kan rusten, omzoomd door zon en vogels boven en kolkende zee onder. Dit belooft een mooi weekje te worden. Onze twaalf medepassagiers zijn ook erg aardig. We hadden rijke oude lui verwacht, maar niets van dat, het is een mooie mix. We hebben een actief programma, met twee wandelingen aan land en één of twee snorkelsessies per dag. Mooi! Tussendoor is het driemaal daags smullen van de prestaties van de kok.

Ieder eiland en dag staat in het teken van één dier. Zo focussen we op dag één op de mannelijke fregatvogels. Deze jongens zitten de hele dag op een leeg nest, in de hoop vrouwtjes te lokken met een imposante, strakke en rode ... ballon onder hun kin. Uiteraard allemaal op een paar meter afstand van ons toeristen, want bang is geen enkel dier op de Galapagos. De dagelijkse waarschuwing van de gids om vooral niet op dieren te gaan staan is dan ook noodzaak. Op Genovesa zien we vooral veel red-footed boobies (roodvoetgenten). Tijdens het snorkelen worden de eerste zeeleeuwen en white-tip reef sharks gesignaleerd. De watertemperatuur is heerlijk, de visibility is bij vlagen wel echt slecht te noemen. Voor koud doch helder water moeten we wachten op de komst van de Humboldt-stroming in juli, maar zo lang op vakantie zijn wij zelfs niet. ’s Middags op zoek naar de short-eared owl, en ja hoor, daar heb je deze gedrogeerd-ogende belhamel.

Op naar dag drie voor wat verantwoorde geologie en de groepsfoto bij het viewpoint van Bartolomé. Vanaf hier heeft een mens een prachtig uitzicht op de uitvloeisels van de verschillende vulkanische episodes op het nabijgelegen eiland Santiago. Rond Sombrero Chino (een kegelvormig eiland in de vorm van een Chinese hoed, hoe krijgen ze het verzonnen) treffen we meer luidruchtige zeeleeuwen, azuurblauw water, prachtige spotted eagle rays en een pingüin. Joechei! Oh, en het weer is trouwens geweldig tot nu toe, aldus ons dagboek. Dag vier en vijf staan in het teken van het grootste eiland van de collectie, Isabela. Door een overtollige hoeveelheid mist valt er over ons bezoek aan de Sierra Negra-vulkaan weinig te vermelden. Deze is vast heel mooi. Er is ook een meer speciaal voor flamingo’s op de Galapagos; jazeker, aan alles is gedacht hier. Deze roze rakkers vereren we vanzelfsprekend ook even met een bezoekje.

Buiten al het wildlife om zijn de eilanden zelf op hun aparte manier ook mooi. Veel verschillende lavastromen, cacti en zo nu en dan opvallend groene vegetatie. Maar het snorkelen blijft toch wel het hoogtepunt. We zien enorme zeepaardjes, zeeschildpadden, zeeleeuwen, meer haaien en jagende pinguïns en flightless cormorants. Op dag zes doen we Fernandina aan. Specialiteit ter plaatse: zeehagedissen. Heel veel zeehagedissen. Ze liggen allemaal bij en op elkaar om extra veel warmte vast te houden. Het is fascinerend om dit alg-etende prehistorische schepsel onderwater zijn maal te zien vinden. ’s Middags weer terug naar Isabela om de karateristieke en kolossale Galapagos landschildpad te zoeken. We zien genoeg van deze indrukwekkend reuzen. ’s Avonds op de boot genieten we van de vele sterren en van de bioluminescentie rond de boeg veroorzaakt door plankton. Heerlijk zo voorop de boot met een bries in je haren en een paar vogels langs de mast zwevend. Genieten!

Dat was het dan. Wat een geweldige cruise. Uiteraard hebben we nog veel meer gezien dan ik hier heb opgeschreven; indien u nog niet verzadigd bent, verwijs ik u door naar de film. We nemen afscheid van de gezellige groep en tuigen wederom naar Puerto Ayora. Want we hebben nog vier dagen om de twee hoofdeilanden te verkennen! Samen met twee mensen van de cruise, waaronder een Duitse duikpiraat, ga ik een dagje duiken bij Gordon Rocks. De beste plek voor dagtrips om hamerkophaaien te zien, dus duimen maar. De stroming hier staat op standje wasmachine, oftewel je wordt alle kanten op geslingerd. Gelukkig is er geen koraal, dus krijg je handschoenen om jezelf mee te redden als de stroming je dreigt weg te voeren. De visibility is beter dan verwacht. Van een afstand doemen de silhouetten van de haaien al op. Yes, ze zijn er! We gaan op de zandige bodem liggen in de hoop dat ze opnieuw passeren. Te-ne-te-de-te-ne. Ja, daar komen ze. Hé, wat zijn ze dichtbij ... collectief besluiten de haaien om langs en over ons heen te zwemmen. Wááááh, vet cool kicken. Daar was ik voor gekomen!

Op naar San Cristóbal, twee uur met een speedboot. In de haven en op het stadsstrand wordt uiteraard geheel gedomineerd door honderden zeeleeuwen. We gaan hier vooral snorkelen bij La Loberia en Cerro Tijeretas. Veel turtles in zee en iguana’s op het strand. Onze laatste dag wordt een hele mooie. We zien een grote iguana uitgebreid algen eten en een blijde puberzeeleeuw vermaakt zich twintig minuten door speels om ons heen te zwemmen, een geste die we zeer kunnen waarderen. Zo, dat waren twaalf werkelijk prachtige dagen op deze bijzondere eilandengroep. Terug naar Quito, om wat tot rust te komen.

Tot rust komen? Neen, niets van dat, want het is carnaval! Op naar Baños. In Quito nog even snel wapengerei en ammunitie inslaan voor de water- en foamgevechten die hier carnaval schijnbaar domineren. Je kan maar beter genoeg wapens bij je hebben! Het is erg druk op straat, vooral met Ecuadoriaanse toeristen en niemand laat zich onbetuigd. Voor je het weet heb je een enorme hap wit schuim in je mik. Het is werkelijk waar een massaal bukkake-fest. Genadeloos terugvuren dus. Opa, vrouw of kind, niets blijft ze bespaard! Tussen de gevechten door drinken we wat biertjes met andere toeristen, rusten we uit in de thermale baden (vandaar de naam Baños, ziet u) en gaan we raften. Dat raften is erg mooi, want de stroomversnellingen zijn flink en het bootje relatief klein. Veel gevalletjes van man overboord dus. Ondertussen regent het al dagen, een goede reden om bij de open haard van ons hostel te zitten. Carnaval is voorbij, de wonden worden gelikt en de laatste resten schuim worden van de bril gepoetst. Maar niet getreurd, want het is wederom tijd voor een feestje: we zijn zes maanden op vakantie! Nou, nou, een prestatie om trots op te zijn, al zeg ik het zelf. We vieren dit heuglijke feit met een genant grote vleesfondue en bier.

Noordwaarts zo die gaat. We willen de Amazone in bij het Cuyabeno-reservaat, maar door de droogte zijn alle tours opgeschort. Helaas. Dan maar terug naar Quito en aldaar van de zuidelijke naar de noordelijke busterminal, een toer van twee uur, maar slechts twee kwartjes. Onze volgende bestemming is Mindo en de omliggende cloud forests, bekend onder vogelaars. Een heerlijke groene omgeving met vele vogelgeluiden. We maken een wandeling langs een aantal watervallen onder goed gezelschap van een zwerfhond, die alle wandelaars schrik aanjaagt behalve zijn nieuwste vriendjes, Marily en Ralph. We maken een zipline-tour door de canopy van het woud. Zoef, zoef, extra snel in de regen. De volgende ochtend vroeg gaan we met een gids op zoek naar een speciale vogel, de Andean cock-of-the-rock. Met een naam als deze moet je wel een binkie zijn, en deze vogel laat zich niet onbetuigd. De mannetjes trachten iedere ochtend om stipt zes uur met een bizar gekrakeel vrouwtjes te lokken. De vrouwtjes doen vervolgens al het werk met betrekking tot nest bouwen, broeden en kuikens opvoeden, terwijl de mannetjes rustig verdergaan met flirten en forniceren. Zucht, wat een leven. Overduidelijk heeft het feminisme nog een lange weg te gaan bij deze vogelsoort. Hierna bezoeken we een tuin waar vele soorten vogels, waaronder toekans en heel veel prachtige kolibri’s, ten tonele verschijnen.

We reizen naar Otavalo voor de traditionele zaterdagmarkt. Van heinde en verre komt men vanuit de hooglanden naar deze markt om van alles en nog niets te verkopen. Zeer divers dus. Chaos heerst op de mercado de animales. Niet geschikt voor dierenrechtenactivisten, wel zeer vermakelijk. Een biggetje is op te halen voor 25 dollar, een volwassen variant kost een stuk meer. Overal worden kippen en cavia’s uit zakken getoverd, uitvoerig geïnspecteerd en geruild voor andere diersoorten. Een koe wordt onwelwillend meegevoerd door haar nieuwe baasje. Toch weer een goede deal gemaakt op deze zaterdagochtend. Het stadscentrum is één en al markt, waar vooral veel textielproducten en eten worden verkocht. ’s Middags een beetje voetbal kijken op TV en toch een Amazone-tour boeken. Want ja, het heeft flink geregend, dus het kan weer. Op naar Cuyabeno!

Eerst maar weer eens door Quito met de kwartjesbus. In Community hostel wachten op de nachtbus en dan door naar Lago Agrio, waar we in nog een bus mogen plaatsnemen. De laatste etappe is per boot en vormt de eerste activiteit van de vijfdaagse trip die we geboekt hebben. Twee Amerikaanse families met kinderen gaan ook naar onze lodges, brrr. Stappen jullie maar lekker in die andere boot, jongens. We hebben geluk en komen met zes gezellige en rustige mensen in de boot te zitten de komende vijf dagen. In de verte horen we de Amerikanen op de andere boot enthousiast naar elkaar schreeuwen zoals alleen Amerikanen dat kunnen. Fijn zo, daar hebben we in ieder geval geen last meer van. Op weg naar de lodge zien we veel vogels en een aantal squirrel monkeys. De lodge zelf is dik prima, inclusief een mooie vogelkijktoren. ’s Middags weer weg met de boot na een nabijgelegen meer. Een paar weken terug was het schijnbaar een grote grasvlakte, nu staat er doodleuk 1,5 meter water in. In het meer staan grote bomen, die prachtig weerspiegelen in het gladde wateroppervlak. Zo ongeveer iedere avond gaan we hier de zonsondergang kijken en zwemmen. In het donker worden de waterkant en de boomtoppen uitvoerig geïnspecteerd op kaaimannen en slangen, dikwijls met succes. Vooral een grote Amazone tree boa is erg gaaf.

We maken een ochtendwandeling door de jungle en zien een aantal kikkers, waaronder een prachtige kleurrijke gifkikker. ’s Avonds wederom een wandeling door de jungle, op zoek naar ongedierte en slangen. Spinnen, heel veel grote spinnen krijgen we te zien, waaronder een dikke harige tarantula. En yes, weer een slang. Mooi! In het program zit ook een bezoek aan een inheemse stam. We verwachten er weinig van en het stelt ook weinig voor. Onze gids doet er ook vrij lacherig over; bij aankomst weet hij te melden dat we nog even op de shaman moeten wachten, die is namelijk nog bezig met zijn make-up. Daar komt hij, verentooi en al. Hé, das toch die man die net nog een Messi-shirt aan had? Er volgt een Q&A met de shaman, een ceremonie en dan blaaspijp schieten. De shaman maakt indruk door het doelwit, een stokje met daarop een stuk fruit, rakelings te missen. Wie volgt? Als eerste toerist stap ik naar voren. Eitje, dat heb ik in Maleisië ook nog gedaan. Hats, met de tweede pijl vol in het fruit. Meer geluk dan wijsheid, maar dat hoeft de rest niet te weten. Alle andere toeristen bezwijken onder de druk van deze prestatie, waarvan akte. Het volgende onderdeel is yuca-wortels (cassave) opgraven en verwerken in een lekkere broodpannenkoek. Smaakt zeer goed. Zo, dat was wel genoeg cultuur, nu maar weer op zoek naar apen.

De rest van de tijd zitten we vooral op de boot, genietend van de heerlijk frisse bries tijdens het varen en natuurlijk de omgeving. Uiteindelijk strand de teller op vijf of zes apensoorten, zes kikkersoorten, een paar slangen, heel veel spinnen en nog meer (kleurrijke) vogels. De roze zoetwaterdolfijn wordt gespot, al zien we niet meer dan de rug. Ook zien we een enorme dode anaconda van 4-5 meter, drijvend in de rivier. We hadden er graag één van dit formaat levend gezien, maar het geeft wel een indruk van hoe immens groot en dik deze slangen kunnen worden (maximaal formaat is schijnbaar 10 meter, wauw). Dat was het dan, terug naar de bewoonde wereld. We besluiten met drie andere Nederlanders in Lago Agrio te wachten op de nachtbus die direct naar de Colombiaanse grens gaat. Jammer, ik was graag nog een keer dwars door Quito gereden in de kwartjesbus. Niet waar. ’s Ochtends vroeg komen we aan in Túlcan, nabij de grens. En daar eindigt dit avontuur en begint het volgende: Colombia.

Dat was me wat, zeven weken in Ecuador. Dit voornamelijk door de twee weken Spaans en de kleine twee weken op de Galapagos. Alles was traditiegetrouw weer geweldig. Het landschap is mooi en divers, en in een bus zitten in de hooglanden is dan ook zeker geen straf. Oh ja, die bussen vertrekken ook nog eens praktisch allemaal op tijd. Wel is het land, mede door het gebruik van de Amerikaanse dollar, relatief duur. En de cuisine, tja. Je kan zeker lekkere gerechten krijgen, maar op den duur is een mens wel een beetje klaar met aardappelen met rijst met stuk vlees. Meer groente en minder drooggekookt vlees zou fijn zijn! Evenzo, we hebben van Ecuador genoten en vooral heel erg verschillende dingen gedaan en gezien. Inmiddels in Colombia, met nog 2,5 maand te gaan. Schrik, wat weinig! Laten we er maar extra van genieten!

Foto’s

4 Reacties

  1. Maite:
    26 februari 2016
    Ik heb 1 vraag: wat is Mexen in vredesnaam?

    Ik heb 1 opmerking: wat een belachelijk goede en grappige blog en wat een belachelijk leuke tijd hebben jullie. Ga zo door! Nu even de film kijken :D
  2. Susanne:
    26 februari 2016
    Wederom een prachtig verhaal en heerlijk leesvoer. We krijgen echt een kijkje in jullie reis. :)
  3. Chris Hattinga Verschure:
    27 februari 2016
    Hebben net breedbeeld naar jullie filmpje gekeken. Het enige wat nog ontbrak was de stem van David Attenborough. Prachtig! En wat hebben jullie veel gezien. We willen niet weten hoeveel foto's jullie in totaal hebben gemaakt. Wij genieten onvoorstelbaar met jullie mee.
    Mama Mkubwa Yako na mume wake
  4. Mama Empakai:
    1 maart 2016
    Samen met P.D. uitgebreid jullie blog gelezen en bekeken. Awesome video en foto's!!! Indrukwekkende beelden, vaak ook ontroerend. Superscherp materiaal van twee zeer getalenteerde makers! Fantastisch geschreven verhaal ook, een waar epos. Wat zijn wij trots op jullie!!
    Grappig dat wij in Costa Rica soms dezelfde apen en vogels zien als jullie.
    Love you to pieces,
    Mama E. en P.D.