China

2 augustus 2019 - Tsim Sha Tsui, Hongkong

Ja ja ja daar zijn we weer! Er mocht even een paar jaar gewerkt worden, maar nu kunnen we weer verder waar we gebleven waren. Niet dat we tussendoor niet af en toe op pad zijn geweest, maar toch. Trouwen heeft als beloning dat je op huwelijksreis mag, in dit geval drie maanden jolijt, beginnend in China. Ni hao! Het is na wat worstelen gelukt om dit toetsenbord van het Chinees af te krijgen, dus ik zou zeggen: veel plezier met de blog en de foto’s!

2 juli tot 1 augustus, 2019

Inmiddels bijgekomen van de bruiloft drie weken geleden en met een China-visum in de broekzak kunnen we los. Van Schiphol naar (ons inmiddels favoriete) burger-biertent op de luchthaven van Moskou. Want “In here it’s always Friday”. Door naar Beijing, aankomst in de ochtend dus tijd om bij te slapen en alvast iets van toerisme te bedrijven. Ons prijzige hostel stelt weinig voor maar zit vlakbij Beihai park, de Verboden Stad en prima aansluiting op het uitgebreide metro-netwerk. Op sommige dagen stinkt onze kamer niet naar rook, wat een weelde tijdens onze huwelijksreis, romantisch! Het metro-netwerk is overigens echt briljant en zal echt onze best vriend worden de komende dagen. Beijing oogt behoorlijk schoon en van smog is in dit seizoen weinig te merken. Ons wordt verteld dat men een vijftal jaar geleden toch echt op het “tot hier en niet verder”-punt gekomen is en sindsdien vol inzet op elektrische voertuigen e.d. Dat is dan toch een voordeel van een dictatoriale regering, als ze iets willen dan gebeurt het ook snel. Jammer dat ze ook zoveel mindere beslissingen nemen. En echt overal camera's ophangen. Big Mao is watching you ...

‘s Middags even naar de Temple of Heavenly Peace, aan het eind van de dag met als voordeel minder Chinese toeristen maar als nadeel dat het gebouw dicht is. Oeps. Wel aardig park. De volgende dag een beetje op tijd naar de Verboden Stad. Dat kan wel eens druk zijn. Jezus mina dat is druk. De tourgroepen staan al en masse klaar om het voormalig keizerlijk paleis te ontheiligen met hun selfie-sticks, geschreeuw, schaars-geklede babies en gelimiteerd cognitief vermogen. Okee, misschien is dit een goed moment om voor de rest van de blog een nieuw begrip te introduceren: “Lemming (de; m; meervoud: lemmingen), een onderdeel van een tourgroep van de uitsluitend Chinese nationaliteit. Kenmerkt zich door een smartphone aan het gezicht geplakt en een neerwaartse vergroeiing in de nek i.v.m. voornoemde smartphone. Luidruchtig edoch geen effectieve verbale communicatie met groepsgenoten (communicatie immers via smartphone). Niet in staat zelf na te denken. Dringt altijd voor. Risico op collectieve zelfmoord indien reisleider van klif valt tijdens mislukte selfie.” Zo, nu kunnen we verder. Oh, voor de mensen die dit een te eenzijdige afspiegeling van de bevolking vinden: deze definitie slaat alleen op de Chinese toeristen die we tegenkomen. De lokale bevolking is deze maand erg aardig te noemen, zeker op het platteland. Enige nadeel van Chinezen an sich is dat alle mannen roken en het daardoor overal naar rook stinkt. Zo, nu deze nuance gemaakt is kunnen we door de rij schieten in het kielzog van een groep Lemmingen, maar blijkbaar hadden we al een kaartje moeten hebben in dit stadium. We hebben de ticket office gemist omdat dat het enige punt is op het terrein waar geen rij staat (alle Lemmingen vormen immers een vooraf-gearrangeerde groep). De Verboden Stad zelf is immens en de gebouwen zijn mooi, maar het is vooral veel van hetzelfde. Als je de Lemmingen als onderdeel van de attractie beschouwt, dan wordt het zowaar leuk om naar hun gekrioel te kijken, dus dat doen we dan maar.

Bijkomen van de drukte en hitte in een park nabij. Hé, hoe komt die Chinees aan die plastic bak foe-yong-hai, groente en rijst? Dat meen je toch niet mensen, ze hebben hier gewoon een Afhaalchinees in dit park! Geniaal! Nooit geweten dat de afhaalchinees een Chinese uitvinding was. Zo leer je nog eens wat! En het smaakt ook nog goed. ‘s Middags bezoeken we de hutongs, een naar verluid typisch straatbeeld van Beijing bestaand uit smalle gezellige straatjes. De straatjes die wij zien zijn vooral heel erg leeg, het lijkt er echter op dat we een verkeerd deel of moment te pakken hebben (of de regering vond het tijd om op te ruimen). Dan maar bier drinken in één van de vele microbrouwerijen, altijd fijn. Overigens is het eten overal prima tot nu toe, al is het bestellen iedere keer weer een combinatie van complete willekeur en hints spelen. Rijst, noodles en verrassingsvlees en -groente, jammie.

En dan nu, tijd voor een icoon: de Chinese Muur. Daar heb ik nou echt zin in, al een jaar of dertig. We kiezen het stuk bij Jinshanling uit, twee uur rijden vanuit Beijing. Een stuk dat voor een groot deel gerestaureerd is en als het goed is wat rustiger dan andere plekken. Nou, haal dat “wat” maar weg. Onder een klein drupje regen komen we aan bij twee enorme bezoekerscentra, een halve straat aan coffee shops en winkels. Denk niveautje klein ski-dorp. Alleen: helemaal leeg, terwijl de bekendste Muur-plek (Badaling) helemaal overwoekerd is door Lemmingen. Dit zien we vaker deze maand, de Chinezen bouwen als bezetenen, ogenschijnlijk in voorbereiding op wat komen gaat. Voor nu hebben we de plek grotendeels voor onszelf. Mooi! Ik heb namelijk nu al een hekel aan de Lemmingen. De Muur op en tussen de buitjes door lopen we van wachttoren naar wachttoren. Dit herstelde stuk is aan de bovenkant typisch 3-4 meter breed, dus het loopt makkelijk, de omgeving is groen en de uitzichten op de Muur zijn episch. In beide richtingen zie je hem als een slang de wolken in kronkelen. Op steile bergen in de verte waarvan je denkt “geen weldenkend mens wil hierlangs binnenvallen”, is toch een muur gebouwd. Ziet er wel tof uit. En het is ook gewoon een mooie wandeling. Terug naar Beijing, want we hebben afgesproken met Franca, een oud-voetbalteamgenoot van Marily die hier woont. Inmiddels regent het hard, dus we beperken ons tot meer microbrouwerij-bier in een aantal kroegen. Gezellige Hollandse borrel dus.

Nog een dag Beijing, even rustig aan, het is hier namelijk heet en herstellen is immers ook belangrijk. En de Tourpoule moet worden ingevuld, dat is nog belangrijker. Koffie drinken en slenteren en mensen kijken in het relaxte Beihai Park. Opa’s die op traditionele instrumenten spelen en kinderen die eromheen spelen, clubjes mensen die aan dansen en tai-chi doen, het oogt allemaal erg vredig. Een dag later met de hogesnelheidstrein naar Chengdu in het zuidwesten (provincie Sichuan, je weet wel, van die pepers). Meer dan 2000 kilometer in nog geen acht uur, en ook nog in een luxe trein, heel relaxt. De mooiste landschappen moeten we missen omdat we veel door tunnels rijden (daardoor gaat de trein immers zo snel). De waargenomen topsnelheid was 288 km/h. Wat verder opvalt vanuit de trein is de vele miljoenensteden en wijken bestaand uit identieke flats, die schijnbaar overal en nergens gebouwd zijn en worden. Omdat we vanuit de trein mensen en auto’s niet echt zien bewegen, komen de vele flats en hijskranen nogal deprimerend over, spookstad-stijl zeg maar.

In Chengdu in een hostel genaamd Poshpackers. Inderdaad een stuk meer posh en voor een fractie wat we in Beijing betaalden. We brengen een bezoek aan de traditionele face-changing opera samen met wat andere Westerse toeristen. De zaal zit vol met kinderen die de hele voorstelling overal doorheen blijven schreeuwen. Dat hebben ze immers van hun ouders geleerd. Iemand heeft een poging gedaan een verhaal te schrijven voor de voorstelling, maar er is werkelijk geen touw aan vast te knopen. Ondanks de getoonde Engelstalige teksten is iedere scéne compleet random. Maar teksten als “oh wat zijn de blauwe bergen mooi, de soja-bonen zijn in de uitverkoop” zijn natuurlijk wel pareltjes, je moet het maar bedenken. Na wat acrobatische manoeuvres, zang en vuurspugen is het tijd voor het hoogtepunt: heel snel van masker wisselen. Ik moet nog even opzoeken hoe ze dat nou doen, maar het ziet er heel tof uit, binnen een seconde van masker wisselen zonder dat wij kunnen zien hoe dat nou gebeurde. Iets met touwtjes denk ik.

‘S Ochtends vroeg naar hetgeen Chengdu het meest bekend om is: panda-beren. Die leven hier in een “breeding research centre”, d.w.z. een dierentuin met drie soorten: Giant Panda (die zwart-witte), de kleine Red Panda en uiteraard hordes Lemmingen. Leuk om de koddige panda’s een keer te zien terwijl ze eindeloos bamboe naar binnen schuiven. Terug in Chengdu naar het Wenshu Monastery, een heel mooi en vredig klooster inclusief tempel. Ook wordt er door monnikken gebadmintond, een prima activiteit tussen het mediteren door lijkt me. ‘S Avonds een culinaire expeditie: Sichuan hotpot. Ja, een pot met heel veel hot spicy water there in yes. Ze hebben ook een grote pot met twee bakken, waardoor je één bak heet en één bak neutraal kan maken. Die willen wij wel, de meeste Chinese stelletjes lijken die ook te gebruiken. Helaas wijs ik bij binnenkomst naar de eerste tafel naast ons, die hebben dat toevallig niet, dus wij ook niet. Godmiljaar dat is Heet!!! Je mag in de keuken ingrediënten verzamelen aan saté-stokjes, en die vervolgens letterlijk een vuurdoop geven. En vervolgens je keel blussen met bier. Erg leuk, volgende keer iets minder pepers, alstublieft.

Ten westen van Chengdu ligt Mount Siguniang, ook wel Four Sisters Mountain, 6250 meter hoog en een mooi punt om even af te koelen in het nabijgelegen Rilong. Ook Rilong is hernoemd, iets dat we vrij vaak meemaken in China, waardoor het ondanks Google Translate en de kaarten van maps.me nog best lastig is om aan buschauffeurs uit te leggen waar je nu echt heen wil. We betrekken een relaxt en vrijwel leeg hostel, en omdat de zon schijnt gaan we gelijk op pad. We zijn in één keer boven de 3000 meter, dus rustig aan. Er zijn hier drie valleien, waarvan er één helemaal met boardwalk bedekt is. Ook rijdt er een shuttle-bus, zodat de Lemmingen de vallei ook kunnen zien. Mooie vallei, en we zien de eerste witte stupa met kleurrijke Tibetaanse vlaggetjes, maar voor een stuk wandelen is het eigenlijk te laat en we worden terug de bus ingestuurd. De volgende dag doen we de middelste vallei, wandelend ditmaal. Ze zijn hier ook al een eind met een boardwalk aanleggen, maar er is geen ruimte voor een bus gelukkig. Mooie wandeling, veel door bos met als beloning halverwege een uitzicht op een hele mooie vallei met grazende yaks en paarden met besneeuwde bergen op de achtergrond. Ook vandaag lekker weer namelijk.

De dag erna weer wat regen, dus de mooiste en hoogste vallei bezoeken heeft weinig zin. Westwaars zo die gaat dan maar! We zijn hier immers om Tibetaanse cultuur te proeven, en dat kan in Sichuan. Even wat context: Tibet bestrijkt meerdere provincies, waar van de Tibetaans Autonome Regio (T.A.R.) de bekendste is, met o.a. de hoofdstad Lhasa, het beroemde Potala-paleis en één van de twee Everest Base Camps. Dit is ook de regio waar je verplicht een permit en gids moet hebben. Gelukkig is dat in bijvoorbeeld west-Sichuan niet nodig, waardoor je vrij kan rondreizen in een niet-toeristisch gebied maar wel het Tibetaanse leven kan verkennen.  De eerste hints dat je in Tibet bent zijn naast de vlaggetjes het Tibetaanse schrift op alle winkelgevels en een kenmerkende vierkante/hoekige bouwstijl. We strijken neer in Danba. Zelf een vrij lelijk plaatsje in een kloof, maar omgeven door rustige Tibetaanse dorpjes. We maken een mooie wandeling door Zhonglu, tegen een groene bergwand aangeplakt en bezaaid met oude wachttorens. 

De dag erna gaan we met een Chinees stel en privé-auto vanuit ons hostel naar Mosika, een bergdorpje op 3800 meter hoogte omgeven door graslanden. Het is regenachtig en de Lemmingen (gelukkig niet zoveel hier) lachen om onze korte broeken. We lopen een paar heuvels op en verwonderen ons aan de vele gebedsvlaggen in alle soorten en maten die het dorp en de heuvels eromheen sieren. De Tibetanen hangen vlaggen op in de wind zodat deze aarde en het leven eromheen kunnen beschermen, en meer lijkt overwegend beter te zijn. Soms zijn ze heel mooi gearrangeeerd en fotogeniek, maar even vaak lijkt het er maar een beetje gedesinteresseerd opgekwakt. Kwantiteit voor kwaliteit bij het beschermen van de leefomgeving. Stel je voor dat je ‘s ochtends wakker wordt en dan denkt “oh shit ik moet de versiering nog ophangen beneden en ontbijt maken want mijn partner/kind/knuffel is vandaag jarig”. Je rent naar zolder, pakt de doos met versiering, die je uiteraard eerst niet kan vinden, terug naar benee, eerst even de koffie aanzetten en alvast een eitje koken, want dat is efficiënter, dan die slingers, G*DVER waarom zit dit altijd in de knoop die klere-slinger, en terwijl je worstelt met het touw kookt inmiddels het ei over, shit, dat was dus helemaal niet efficiënt, vuur uit, oh nee hij/zij is al wakker en komt naar beneden, eh wat nu, oh snel die slinger maar in zijn geheel over de stoel gedrapeerd, samen met één slappe ballon die niet blijft zitten. Goedemorgen schat! Nou, zo zien veel Tibetaanse slingers in het weiland er ook uit. Maar het is wel kleurrijk, en er bloeien ook veel bloemetjes in het gras. Ook interessant zijn de vele mani, leistenen waar in het Tibetaans gebeden en teksten op gegraveerd en geschilderd zijn.

Er lopen hier nog steeds teveel Lemmingen rond, dus we trekken verder westwaarts, naar Tagong. In de bus treffen we een paar Tibetaanse monnikken in hun oranje-rode gewaden, die maar wat graag met ons op de foto willen. In Tagong slapen we bij het Himalayak guesthouse van een Tibetaan, een aardige man die goed Engels kan omdat hij een Zwitserse vrouw en dochter heeft. Een vrouw en dochter die dit jaar helaas geen visum kregen voor hun jaarlijkse bezoek, volgens hem omdat de regering weer een nieuwe serie aan Tibetaantje-pesten onderneemt momenteel. Hij steekt niet onder stoelen of banken dat hij Chinezen maar vervelende figuren vindt. En dat snappen we goed, gezien de schade die China veroorzaakt heeft tijdens Mao’s Culturele Revolutie. Naast ons hostel ligt het grootste klooster van het dorp, en we vallen met onze neus in de yak-boter want er is een groot festival! Het is echt een happening, want naast een handjevol bussen met Lemmingen zijn ook alle dorpelingen en mensen uit afgelegen bergdorpen naar Tagong gekomen. De tempels in het complex hebben we gouden daken, de vlaggetjes zijn opgehangen (mooi en recht deze keer), en de monnikken doen dezer dagen dans-optredens. Het dansen gaat onder begeleiding van een “band” bestaande uit twee Tibetaanse longhorns, een soort van drumbekken en een trommel. Het ziet er allemaal mooi en traditioneel uit, maar als ik één van de longhorn-monnikken zichzelf en het publiek zie filmen met zijn smartphone (tijdens het spelen), vraag ik me af wat we eigenlijk bedoelen met authentiek. Zouden toeristen over 50 tot 100 jaar afreizen naar dorpjes waar onze nakomelingen nog traditioneel een smartphone gebruiken, in plaats van het moderne teleporten? Wie zal het zeggen. Het is ondertussen geweldig om te kijken naar de vele kleurrijke mensen, zowel onder de monnikken als in het publiek. De dans zelf duurt vooral lang en bestaat uit een beetje rondspringen in een cirkel.

Op een regenachtige dag wandelen we naar een nabijgelegen nonnerij (is dat een woord?) en de Ani Gompa-tempel. Ondanks de regen is het een mooie ervaring om over de met yak-bezaaide grasvlaktes te lopen. Bij de tempel zien we hele oude nonnen hun kloksgewijze rondjes om de tempel maken, onderwijl aan de gebedswielen draaiend. Marily helpt de non die het meest krom loopt met haar rondje, het arme mens ziet er namelijk uit alsof ze ieder moment kan omvallen. In Tagong is het festival inmiddels in volle gang, we bezoeken de tempel nogmaals omdat vandaag de monnikken maskers op hebben. Ziet er nog een stuk leuker uit, al blijven de danspasjes hetzelfde. Verder is de hele sfeer in deze regio geweldig, en de Tibetanen zijn echt heel vriendelijk. We kunnen eigenlijk alleen maar “hallo” (“Tashe delek”, uitspraak “tasje delen?”) zeggen in het Tibetaans, maar dit brengt iedere keer weer een glimlach op het gezicht van de ontvangende partij.

De volgende bus brengt ons in Litang, een ontspannen cowboy-stadje op een hoogte van 3900 meter. Mannen dragen hier cowboy-hoeden en verdelen hier op straat de buit als ze weer in de bergen de waardevolle fungus, groeiend op/in een rups, hebben verzameld (rupsschimmel, Ophiocordyceps sinensis, zoek maar op). Stoer, dat zijn pas mannen! Overal hangen Chinese vlaggetjes en sommige winkeliers blijken opeens Chinees, de regering probeert hier duidelijk wat meer invloed uit te oefenen. Helaas word ik gedurende dag ziek, dus meer dan op bed liggen komt er niet van. Marily loopt nog wat rond in het stadje maar wordt ‘s avonds ook ziek. Toch beiden iets verkeerds gegeten of gedronken in Tagong zeker, want aan hoogte zijn we al een week gewend. We liggen op een dorm met een Zwitsers stel dat ook al een dag ziek is, gezellige boel. Beetje koortsachtig ijlen en diarreren met zijn allen, ook een leuke groepsactiviteit. Als afleiding kunnen we bij vlagen Tour kijken en Netflix-’n-chill, maar dan zonder de chill (want beiden ziek), voor een Westerse remedie. Ik bezoek een dag later met de Zwitsers een enorm gebedswiel van 10 meter hoog, het geboortehuis van de zevende Dalai Lama en nog een klooster, dan is de energie wel weer op voor vandaag. Instant-noodles en Netflix dan maar weer op bed.

Soort van hersteld besluiten we even wat gas te geven, er is een heel mooi bergachtig natuurreservaat (Yading) in de buurt maar het weer is eigenlijk te slecht voor bergwandelingen, en de tijd raakt op. Tot twee keer toe in een minivan/volgestampte privé-auto deze dag brengt ons in Shangri-la. Ja je weet wel, van die mensen die eeuwig jong bleven volgens een boek van James Hilton. Er zijn heel veel Shangri-la’s in China, deze variant ligt dus in het Tibetaanse deel van de provincie Yunnan en is extreem toeristisch. Andere reizigers zeiden dat dit nog wel een aardige plek was, maar dit waren uitsluitend mensen die dit eerst deden en toen het minder toeristische deel introkken. Voor ons is het andersom, en na alle vriendelijkheid, rust en authenticiteit van de dorpen die we al bezocht hebben, is dit echt een koude douche. Op het hoofdplein staan o.a. een enorme yak en twee oversized poedels waar je mee op de foto kan. De monnikken in de tempels ergeren zich openlijk aan de Lemmingen die puur voor de foto komen bidden en vervolgens alles in de ceremonie fout doen. Ik dacht dat Buddhistische monnikken altijd heel zen en losgekoppeld van emotie moesten zijn, maar de Lemmingen hebben de monnikken hier blijkbaar weten te breken. Snel weg hier.

We reizen naar de Tiger Leaping-kloof, pakken een kleine tas in en wandelen de kloof in. Warm maar wel heel rustig. Dat is ook weer typisch, bij een of ander non-viewpoint staat bus na auto na bus met Lemmingen, maar in de kloof zelf is het super-rustig en de accommodaties half-leeg, want Lemmingen houden niet van wandelen. Mooi! Minder mooi is de eerste dag van de wandeling, want men is een enorme brug en dito spoorbrug aan het bouwen in de kloof. De vaart der volkeren kent hier zijn weerga niet. De kloof is vanzelfsprekend heel nat en groen, erg mooi en rustgevend dus. We blijven uiteindelijk twee nachten in de gorge, liften op dag drie terug met een Chinees stelletje op huwelijksreis (soort zoekt soort) en overnachten in Lijiang. Lijiang bestaat uit vele nauwe straatjes met kleine kanaaltjes en is nog veel toeristischer dan Shangri-la, maar we zijn hier op voorbereid en zijn op doorreis, dus het is nog best wel leuk om rond te lopen. De topattractie zijn dan wel de Lemmingen zelf uiteraard. Ik ga op de foto met een stel Chinese teddy-beren en we eten heerlijk yak-vlees. We kijken ook Lemmingen in de disco-straat. Dit is wel heel deprimerend. We zien Chinese tieners die met één hand met een ballon zwaaien die ze gekregen hebben, en daarmee doen alsof ze leuk meedoen, maar ondertussen apathisch over de tafel heen hangen en met hun andere hand op hun mobiel zitten. We zien groepen vrienden aan tafel zitten zonder ook maar een woord tegen elkaar te zeggen. Het faillissement van de mensheid, vertegenwoordigd door een stel jongeren die het hele leven nog voor zich hebben maar ondertussen geen enkel teken van leven meer vertonen. Ik weet dat dit in Nederland ook deels zo is, maar geloof me, dit is echt next-level hier in China. Gelukkig hebben ze hier ook hele leuke barretjes met Chinese singer-songwriters en hun muziek, en bier. Proost op het leven dan maar!

Door naar Dali, waar we besluiten in het hostel te blijven en lekker niets te doen. Heerlijk, even geen toerisme. Wel tafeltennis en Tour kijken en eten. Dag later weer in de HSL, 10 uur lang noodles eten en naar buiten kijken richting Guilin. De tweede helft van de reis voert langs eindeloze karstlandschappen, heel mooi. Die karstgebergtes zien hier niet een of ander gimmicky attractie die op één plek toevallig voorkomt, nee, hele provincies bestaan eruit. In Guilin, heerlijk tropisch warm en vochtig, lopen we ‘s avonds door een park langs twee meertjes. Hier staan namelijk twee pagodes, Zon en Maan, waar zo in het donker mooie lichtjes vanaf stralen. ‘s Ochtends door naar de rijstterrassen van Longji. Het duurt even voordat we er zijn, want het dorpje waar we heengaan (Ping’an) kent alleen een infrequente bus. Overstappen kan bij Erlong Bridge, een brug die we de komende dagen heel vaak zullen bezoeken om deze reden. Maar op de een of andere manier willen vandaag Chinezen geen geld aan ons verdienen door ons een lift te geven. Sowieso stoppen er maar weinig mensen als wij proberen te liften, betaald of onbetaald. Soms stoppen ze, leg je uit wat je wil, waarop ze vervolgens in het Chinees gebaren “ja dit is inderdaad de weg naar XXX” en rijden ze alsnog weg, terwijl je zelf net hoopvol was geworden en het achterportier al bijna had geopend.

Na de regens van mei en juni zijn de rijstterrassen hier heel mooi want heel groen. Ping’an ligt als soort kleedje van guesthouses tegen een heuvel aan. Het is opvallend rustig, later horen we van iemand dat er een paar weken geleden overstromingen zijn geweest in dit gebied, waarop veel Lemmingen hun vakantie hebben geannuleerd of verzet (ongetwijfeld met WeChat of AliPay, want daar doen ze alles mee hier). We maken een middagwandeling naar uitzichtpunten met wollige namen zoals “Maan en Zeven Sterren” en “Vijf draken en Negen Tijgers” (het kan ook andersom geweest zijn). Eten kan overal langs de wandelpaden bij families en guesthouses. We zijn na drie weken China inmiddels wel behoorlijk klaar met rijst, noodles en zure aardappelreepjes (julienne). Met Google Translate kun je menukaarten scannen, maar de vertalingen laten vaak te wensen over. Een keer stond er “And Sour”, onze gedachte dat het vast heerlijk “sweet and sour” zou zijn, bleek incorrect. Het was vooral zuur. Op zich stond dat er ook, dus wellicht was dat een vertaling die wél klopte. Een dag later wandelen we via de rijstvelden naar Dazhai, een dorp verderop. Lekker rustig, warm en groen.

Door naar Yangshuo, een gebied met karstlandschappen waar ook nog eens riviertjes tussendoor stromen. Hier verblijven we in een guesthouse van een stel Nederlanders, buiten het toeristische Yangshuo zelf aan de kleinere Yulong rivier. Inclusief zwembad, en meer luxe dan we normaal hebben, het lijkt wel een bruidssuite! Dat zwembad mag ook wel, want het is echt extreem benauwd en vochtig hier, onder begeleiding van een constante 35 graden. Dit is de week waarin het in Nederland 40 graden is, dus jongens, we weten hoe jullie je hebben gevoeld! Het guesthouse zit zo vol met Nederlanders dat ik bijna denk dat we ‘s avonds met zijn allen Kruiswijk op groot scherm gaan aanmoedigen, maar zover komt het niet. Dezer dagen spenderen we door ‘s ochtends een fietsje (formaat Chinees) te huren en langs de Yulong en Li-rivieren te rijden of te wandelen, en ‘s middags af te koelen en bij te komen bij het zwembad met een biertje. Heel veel groen wederom, boeren die op het land bezig zijn, een vredig tafereel. De landschappen zijn echt heel mooi, al is het door de hitte en vochtigheid al vanaf ‘s ochtends vroeg heel heiig. Een paar minuten wandelen en je armen zijn weer een kikkerbadje. Ze hebben hier ook heel veel verschillende kleurrijke vlinders, ze zijn alleen wat te neurotisch om in volle glorie goed vast te leggen op de gevoelige plaat. We bezoeken Xingping, waar onder andere het uitzichtpunt van het 20 Chinese Yuan-biljet te zien is, en waar we op de fiets proberen Marily haar scooter-avontuur uit 2007 na te bootsen. Eén van de missie-doeleinden is het traceren van een verloren gewaande tempel uit 2007, uiteraard met succes want Marily heeft haar persoonlijke GPS weer aangezet. Ter variatie besluiten we ook nog een keer met een traditioneel bamboe-vlot de rivier af te zakken, een initiatief dat gelijk wordt afgestraft door ons 1,5 uur in rij met Lemmingen te plaatsen op het heetst van de dag. Bij het Nederlandse guesthouse kun je jezelf trouwens helemaal weer ont-rijsten door behalve friet ook prima pizza, kipsaté met pindasaus en andere lekkernijen uit onze gelimiteerde cuisine te verorberen. Het lekkerst eten we bij een Italiaans restaurant met heel mooi uitzicht op Moon Hill vanaf het dakterras. Ooit was het uitzicht fenomenaal, maar een of andere Chinese beunhaas heeft een vies grijs flatje net voor het restaurant geplaatst. Een beetje alsof je de Neude-flat vlak voor de Taj Mahal plaatst en vervolgens besmuikt wegloopt, de rest van de wereld in tranen achterlatend.

Laatste halte dan alweer: Hong Kong. Alweer? Deze blog is echt heel erg lang! Kappen nou. Okee, nog eentje dan. Hong Kong, ook al zo een iconische naam. We verblijven hier in een of ander schraal guesthouse in de gezellige wijk Tsim Sha Tsui, in een gebouw bevolkt met Indiërs die je lastig vallen. De locatie van de wijk daarentegen is wel heel goed. Een nabijgelegen straattent serveert alleen maar vissenballen en ingewanden-wrap, dus we lopen toch maar door naar een noodle-toko. De volgende dag met de (extreem goedkope) Star Ferry naar Hong Kong Island, echt een waanzinnige en vooral waanzinnig brede skyline. Er wordt hier heel veel geld verdiend, zoveel is zeker. Mannetjes in pak spelen hier de Zuidas na (of andersom), allemaal loopbruggen om je van de ene bank naar de andere te leiden, en af en toe een gezellig straatje met kraampjes en restaurants. We stuiten nog op een botanische tuin met daarin ook een aantal kooien met tropische vogels en primaten. Erg kleine kooien dus vrij sneu. Door naar de bekendste attractie van Hong Kong, de steile tram naar Victoria Peak, een heuvel van 400 meter hoog met uitzicht op de stad. Bovenop zijn inmiddels twee winkelcentra gebouwd, waarom zou je er immers één bouwen als je twee keer zoveel kan verdienen. Goed uitzicht hier, ondanks het regenachtige weer. Als het gaat schemeren lopen we een rondje om de heuvel van 3 km, met uitzicht op zee en de skyline. Nog een mooier uitzicht ook dan het viewing platform waarvoor we betaald hebben, en, jullie raden het nooit, de Lemmingen komen hier niet! Alleen wij, 3 autonome Chineze fotografen, veel muggen en een waanzinnig uitzicht op de vele wolkenkrabbers en lichten van de stad.  Tijdens het fotograferen begint het te regenen, tijd om weer naar binnen te gaan (lees: schuilen in de Burger King). Als de rij voor de tram is verdampt gaan wij ook naar beneden. Inmiddels zien we af en toe een bordje “Typhoon signal no. 3 hoisted”, geen idee wat we daar mee moeten.

Eenmaal thuis kunnen we het opzoeken. Oh, er passeert een tyfoon een kilometer of 300-400 ten zuiden van Hong Kong. Blijkbaar zorgt dat voor deze regen. Een dag later wordt het ons wat meer duidelijk. Het waarschuwingsniveau gaat naar no. 8, hetgeen zoveel betekent als “scholen dicht, musea dicht, bereid je voor op no. 9 en 10, mochten die komen”. Die komen gelukkig niet, want de tyfoon blijft 300 kilometer verderop en trekt westwaarts, maar het zorgt wel voor uren met 50 mm regen, vrij fors. Eigenlijk best wel helemaal niet leuk zo een tyfoon. We lopen aan het eind van de dag uit verveling met onze 3-euro-pluutjes naar de Temple Street Night Market waar we heen wilden vanavond (misschien is er een overdekt deel?), maar geheel naar verwachting is er geen hond op straat. Zelfs de sexshops zijn dicht! Dan weet je het wel. Maar goed, gisteren was zo gaaf dat we vooral blij zijn dat we het uitzicht nog hebben kunnen bewonderen. 

Een dag later is het niveau weer 3. Maar goed ook, want we gaan naar Taiwan om de redactie van onze persoonlijke Lonely Planet te bezoeken! Onze vlucht geraakt uiteindelijk drie uur vertraagd, maar dat mag de pret niet drukken, hij gaat wel. Even door die turbulenten tyfoon-wolken heen vliegen en we zijn er! Ik schrijf dit in een internet-café in Taipei, omringd door gamende Taiwenese jongeren. De jongen naast mij heeft het zwaar met een rode draak, de jongen voor me is een witte wizard met een poppetje gemaakt van ontbijtkoek in zijn rugzak en geweer in de hand, en ik typ op een of ander kromgebogen überscherm deze blog. Waarschijnlijk is dit het saaiste wat dit scherm ooit heeft meegemaakt, maar wat zal het. Marily zoekt ondertussen uit waar we hierna heen gaan, want: dat weten we nog niet. Spanning en sensatie. Ongetwijfeld wordt het iets heel gaafs. Tot dan, tot Taiwan!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

9 Reacties

  1. Evelien:
    12 augustus 2019
    Wederom een prachtige presentatie. Door je manier van schrijven, lijkt het alsof je er zelf bij bent geweest. Heel leuk. Nog heel veel plezier.......
  2. Pim:
    12 augustus 2019
    Dat is weer een heerlijk verhaal, eindelijk! ik heb er van genoten. Die lemmingen klinken wel erg bedreigend. Houden daar!
    Veel plezier,
    PD
  3. Pim:
    12 augustus 2019
    Foto's zijn waanzinnig mooi!
  4. Maite:
    12 augustus 2019
    Wauwwww!! Wat een verhaal, en wat een mooie foto's!! Die vlinders zijn prachtig, de omgeving is waanzinnig, wat een interessant land! Die koeienkoppen zien er wel vies uit. Jammer van die Lemmings, die zouden ze eigenlijk in een afgesloten reservaat met Greenhorns moeten zetten! Mooi geschreven weer, dankjulliewel! Veel plezier nog! Liefs!
  5. Susan:
    13 augustus 2019
    Wauw wat een mooie foto's en wat een leuk verhaal!! Veel plezier in Taiwan! (Daar minder lemmingen hoop ik voor jullie haha)
  6. Susanne:
    13 augustus 2019
    Wederom een geweldige analyse van jullie reis. Het voelt alsof ik er zelf ben geweest. Die Tibetaanse slingers ook. Haha. Geweldig verhaal en prachtige foto's. Geniet ervan en ik kijk uit naar jullie volgende blog.
  7. Mama E.:
    21 augustus 2019
    Zoals jullie inmiddels wel weten verslínd ik jullie met humor doorspekte reisverhalen die ik met grote regelmaat en met nog groter plezier steeds weer nalees. Wanneer komt jullie eigen Lonely Planet - THE TRAVEL BOOK A Journey Through Every Country in the World uit? Ik sta vooraan in de rij!
    De foto's zijn weer adembenemend goed! Ik ben benieuwd waar jullie volgende blog vandaan komt. Tot dan!
  8. Bertus Goudriaan.:
    26 augustus 2019
    Ik denk dat je een roeping hebt misgelopen. Als schrijver over reisverhalen zou je het beslist died doen. Top!!!
  9. Bertus Goudriaan.:
    26 augustus 2019
    Mooi verhaal Ralph. Je hebt je roeping gemist. Je had schrijver moeten worden van reisverhalen! Top.