Sri Lanka

18 september 2019 - Nawagamuwa South, Sri Lanka

Zo, broem broem, dat was me weer het avontuurtje wel! Een kleine drie weken heerlijk rondgecrosst in onze mooie blauwe tuk-tuk. Dit kan wel eens een lange blog worden want we hebben veel meegemaakt. Ook het aantal fotn want we hebben veel meegemaakt. Ook het aantal foto’s loopt de spuigaten uit, maar goed, we hadden zoals eerder aangekondigd wat fauna in te halen. Nog maar een weekje en we zijn alweer thuis. Voor nu: veel plezier met de blog en foto’s, toet-toet, en tuk-tuk!

30 Augustus tot 18 September, 2019

Een dagje vliegen via Kuala Lumpur brengt ons van Manila in Colombo, Sri Lanka. Hier hebben we een tuk-tuk gehuurd om het eiland mee te verkennen, we zijn heel benieuwd! Sri Lanka is twee keer zo groot als Nederland, een mooi formaat voor een driewieler. Overnachten nabij de luchthaven in Negombo en dan komt ‘s ochtends onze nieuwste vriend voorrijden: een stralend-blauwe tuk-tuk. Hij heeft een rij-instructeur meegenomen, dat komt goed uit. In een uur toont hij ons beiden de eerste kneepjes van het tuk-tuk rijden, de rest mogen we proefondervindelijk leren door ons in het verkeer te storten. Hij waarschuwt ook alvast voor bussen en trucks, die zijn gemeen. De tuk-tuk rijdt op zich best makkelijk, eigenlijk een soort schakelbrommer met vier versnellingen en een dak. En een hele dikke reet, daar moet je wel rekening mee houden als je met je voorste wieltje al soepel door de bocht bent. Het zit veel beter dan verwacht, zowel op de bestuurdersstoel als achterin. Met tassen past het precies. We hebben ook nog een bluetooth-speaker en tent erbij gehuurd. De speaker is heel relaxt tijdens lange stukken rijden, de tent is per ongeluk voor 8 personen (hoe dan?!), ik kan alvast verklappen dat we die niet hebben gebruikt dezer weken, de tuk-tuk had erin gepast denk ik. Het theorie-examen wordt ingekopt. Wat kan er zijn gebeurd als het oliepeil te laag is? Eitje, dat is natuurlijk antwoord C, een baby-olifant heeft de olie vannacht op staan slurpen. 

Okee, we zijn los, daar gaan we, Marily begeeft zich in het verkeer. Omgeven door luid-toeterende vehikels gaan we noordwaarts. Het valt gelijk op hoe vaak er tegenliggers zijn die op onze rijbaan bivakkeren tijdens het inhalen, en nee, dat is niet omdat wij vergeten links te rijden. Of was het rechts? Onaangekondigd keren op een drukke straat lijkt ook een lokale hobby. Laten we maar defensief rijden in den beginne, mensen de les lezen kan vanaf morgen. Sowieso is de maximumsnelheid voor tuk-tuks maar 40 km/h. We hebben onze tuk-tuk later Blue Whale genoemd. Niet alleen omdat de blauwe vinvis voorkomt rond Sri Lanka, maar ook om wat meer macht uit te stralen richting andere voertuigen. We merken namelijk dat we vrij laag staan in de lokale voedselketen. Ik zal het even uitleggen. 

Bovenaan de piramide staat de Busosaurus Rex, een erg agressief roofdier. Ramt zonder scrupules met 70 km/h luid-toeterend door blinde bochten. Kan inhalen en tegelijkertijd voor/in je neus stoppen, of ineens wegrijden terwijl jij vlucht. Kent geen genade, vooral de lichtblauwe ondersoort. Daarna komt Truckerydon, nog dikker dan de Busosaurus maar een lager acceleratievermogen maakt vluchten soms mogelijk. Hierna komt de Carceratops, een middelgroot voertuig dat zijn neus ophaalt voor kleinere soorten. Blijft altijd onnodig ver naar rechts rijden, ook als er links ruimte is. Dan komen de tuk-tuks en motoraptors, vaak in hetzelfde schuitje, al kunnen de motoraptors door hun geringe postuur makkelijker vluchten in de berm. Er zijn ook nog fragiele fietsers (daar is dan weer geen wetenschappelijke naam voor, heel vreemd). Tot slot de homo sapiens onverlichtus, een nachtdier dat ‘s avonds altijd in de donkere berm blijkt te waggelen waarnaar je als tuk-tuk net heen wilde vluchten voor een Busosaurus of Truckerydon. Zo, een hele voedselketen in één minuut, heeft u ook weer wat geleerd.

We rijden deze eerste dag gelijk 150 km, een uur of vijf kost dat, gelijk een goede oefening. Onderweg halen we wat samosa’s en bladerdeeg-worstenbrood. Oh, man, dat is fijn na die mislukte deegproducten in Oost-Azië. Yes! De rit brengt ons bij Wilpattu National Park (NP), waar we de dag erna een volle dag safari geboekt hebben. Het bijna complete gebrek aan wildlife tijdens deze huwelijksreis moet immers snel verholpen worden, en goed ook! Wilpattu biedt naar het schijnt een goede kans om luipaarden te zien. We verblijven nabij het park bij een hele lieve en verlegen familie. De volgende dag komt om 05:45 de jeep voorrijden, plek voor zes maar helemaal voor ons twee. Onze verrekijker moet immers ook ergens kunnen liggen. Om 06:00 gaat de gate open, en de safari is begonnen! Heerlijk. Als ik niets zie vind ik het al fijn, en we zien ook nog eens van alles. Een paar hertensoorten, waterbuffels, zwijnen en vooral heel veel mooie vogels, waaronder drie soorten adelaars. Het is rustig in het park, fijn. Er zijn veel (drooggevallen) meertjes waarlangs het wild zich ophoudt, tussendoor bos. Huh, is iemand zijn kip kwijt? De haan in kwestie blijkt de Ceylon Junglefowl, de nationale vogel van Sri Lanka. Even later een pauw. Ahu? Heeft iemand het hek van de kinderboerderij open laten staan ofzo? Die spotted deer zien er ook al uit als typische kinderboerderij-hertjes. Enfin, het is uiteraard andersom, het gerucht gaat in de wandelgangen dat Alexander de Grote ooit twee pauwen heeft teruggezonden vanuit India voor zijn nichtje Eurydice II, en die twee hebben sindsdien alle kinderboerderijen in het Westen voorzien van pauwen. Een prachtig dier natuurlijk, maar je ziet ze zo vaak als Nederlands kind dat je de schoonheid een beetje gaat onderschatten. Tot nu! We hebben er deze vakantie veel van genoten, en ongetwijfeld denken we nu bij iedere kinderboerderij aan Sri Lanka.

Terug naar de wilde bush. Onze chauffeur doet zijn werk prima, maar rond een uurtje of elf besluit ik het heft in eigen hand te nemen. Ik heb tenslotte niet voor niets dat ranger-diplomaatje gehaald, hè. Aan de overkant van een drooggevallen meertje, zie ik 250-300 meter verderop onder een boom iets bewegen. Even checken met de verrekijker. Wat? Luipaard! Adrenaline! Juichen! Spotted by Arrrdabbeljoeee! (alleen voor insiders). Wauw! Het is een jong vrouwtje, en tot ons groot geluk is ze zo sympathiek om de vlakte over te steken en vervolgens langs onze auto te lopen. Wat een mooi dier zeg. Bij de lunchplek zien we een olifant in het water staan, die net als wij druk bezig is met een vegetarische maaltijd. ‘s Middags zien we nog een luipaard, maar met 6-8 lawaaiige voertuigen erbij is het een enorm contrast met vanochtend. Na elf uur safari is het mooi geweest. Bij ons guesthouse proosten we met Lion-bier op ons zelf-gevonden luipaard, en dineren we met twee reizigers die van hetzelfde bedrijf een tuk-tuk hebben gehuurd.

Tijd voor wat cultuurhistorie, want op een uurtje rijden ligt Anuradhapura. Dat heeft u goed gelezen, Sri Lanka is echt een land voor liefhebbers van lettergrepen. Arnoud achtte aanstonds ananas andermaal anders in Anuradhapura, zeg dat maar eens tien keer snel achter elkaar. Van de vierde eeuw voor Christus tot de elfde eeuw AD was dit de hoofdstad van een (het?) Sinhalese koninkrijk. Oud dus. Men had toen al een voorliefde voor bakstenen, zo valt aan de ruïnes af te lezen. Het archeologisch gebied is behoorlijk groot en dus erg geschikt voor de tuk-tuk. Een drietal stupa’s (koepelvormige tempels) van ~70 meter hoog torent er bovenuit. Eentje schijnt te bestaan uit 90 miljoen bakstenen. Das wel een boel. Eén van de stupa’s is witgepleisterd door de lokale Gamma-fanatici en fungeert nog steeds als tempel. Sri Lankese Buddhisten komen hier bidden, volledig in het wit gekleed. Verder vinden we het complex een beetje tegenvallen. Het is intrigerend dat veel ruïnes in het bos liggen, maar het zijn vooral lage muurtjes van huizen. Daarnaast is het behoorlijk prijzig voor buitenlanders (25 USD pp), iets dat geldt voor de meeste attracties en parken in Sri Lanka. Op zich goed als al dit geld naar het onderhoud zou gaan, maar in een land waar je voor 2-3 euro een lekkere curry kan krijgen zorgt het ook voor scheve verhoudingen en corruptie. Tuk-tuk-chauffeurs loodsen toeristen rond voor een relatief laag bedrag, en geven een deel daarvan dan weer aan een bewaker bij de entree naar de belangrijkste sites. Tja. In de namiddag pakken we nog even Mihintale mee. Hier zou de toenmalige Sinhalese koning voor het eerst met het Buddhisme in aanraking zijn gekomen. Mooi gelegen op een heuvel, een goede plek voor de zonsondergang.

Op naar nog meer ruïnes! Oh nee, toch niet, de tuk-tuk heeft kuren. De eigenaar van ons guesthouse kent wel een mechanic, die fixt de boel, de motor bleek verzopen. Dat zullen wij dan wel gedaan hebben, al geeft naar ons idee de hoteleigenaar ook veel te veel gas bij zijn pogingen om onze tuk te laten starten. Iedereen is tot nu toe overigens heel vriendelijk, schattig en behulpzaam. Dat laatste soms op het irritante af. Sta je ‘s ochtends je motor een beetje warm te draaien voordat je wegrijdt, komen ze je tuk-tuk inleunen en uitleggen dat je wel je handrem eraf moet halen als je niet wegkomt. Ja, dank voor de tip. Bovendien onzin natuurlijk, in Nederland houd ik de handrem er ook altijd op, hoef je nooit na te denken bij een hellingproef. Nu we het toch over Sri Lankezen en Lankanen hebben, wat ook opvalt is dat praktisch niemand rookt, een groot contrast met China. Wel is het zo dat de kans op diefstal hier weer groter is, hetgeen matig samengaat met een tuk-tuk die je niet kan afsluiten. Dat was dan wel weer fijn in China en Taiwan, in de gebieden waar wij geweest zijn was losse spullen jatten echt zeer zeldzaam, of die sfeer hing er in ieder geval. Zo, heb ik ook een keer iets aardigs gezegd over Chinezen, geeft iemand het door aan Mao en Xi Jinping?

Voor lunch een Sri Lankese curry. Die bestaat typisch uit 6-8 verschillende gerechtjes met een bak rijst erbij. Daarbij krijgen we ook nog zeven kilo vlieg. Het droge seizoen zwaait in het binnenland namelijk de scepter. Het maakt de 32 graden een stuk beter uit te houden dan in het vochtige China vorige maand, maar het heeft bij vlagen wel veel vlieg tot gevolg. Als antigif hebben we daarvoor nieuwe muggenlotion gehaald, en wat voor! Er staat citronella op het flesje, maar de intense geur bestaat uit een soort melange van kaneel en kruidnagel. Het brengt associaties bij me naar boven van fireballs, pittige en mierzoete snoepjes met een overdosis kaneel en kauwgom erin. Dan ging ik als kind zwemmen in de Aarweide als het warm was, het lokale zwemparadijs, en dan aten we fireballs. Ik moet zeggen, met een overdosis Aarweide-associatie op je armen en benen zijn de vliegen pardoes vertrokken. Het goedje zorgt wel voor een brandend gevoel op je huid, dat is wel dubieus. De dermatologen onder u mogen nu de wenkbrauwen optrekken. We hebben nog wat over trouwens, dus voel vrij om een keer te komen proeven aan de nostalgie van het beste zwembad van Papenveer en omstreken!

Inchecken in Sigiriya en weer wegwezen, voor een namiddagdutje op de Pidurangala-rots. Een enorme platte rots met fabelachtig uitzicht op de omringende groene vlaktes en de Sigiriya-rots vlakbij. Dat was dan weer de locatie van het paleis van een koning uit de vijfde eeuw AD en inmiddels gezegend met een prijskaartje van 30 USD pp. Als alternatief kun je voor 3 USD vanaf Pidurangala zien hoe pelgrims en toeristen in de rij staan op een smal trappetje langs de Sigiriya-rots. Voor ieder wat wils dus. Voldaan strijken we neer in Mom’s kitchen, waar moeders ons kottu voorschotelt, een gerecht waarbij de rijst en noodles zijn vervangen door gefileerde roti. Ondertussen leren haar twee zoontjes ons traditionele spellen. De jongste, genaamd Keven, is een echte belhamel. Eerst spelen we carrom, een soort kruising tussen pool en sjoelen. Met de vingers schiet je witte, zwarte en rode schijfjes in de gaten in de hoek van het speelbord. Keven geeft fanatiek uitleg, al lijken de regels vaak te veranderen, vooral in zijn voordeel. Hij zit in mijn team, dus ik zie het door de vingers (hoe volwassen van mij). “Yes now you go white to here this corner, black now 5 points, white 10 points, red 25 but no red play first you do white for 5 points”. Marily ziet haar kans schoon een wit schijfje te scoren voor 5 of 10 punten, afhankelijk van hoe Keven zijn pet staat. Helaas. “No you cannot play, first you play via black, you do not have enough points to play this one, you need 30 rupees”. Huh, spelen we opeens om geld? Deze oplichterij krijgt zo erg veel weg van het legendarische spel Stiften! (https://m.youtube.com/watch?v=hZBHkJFcYII, vanaf 05:45 voor mensen die graag hun collega’s geld afhandig maken). Wat een mannetje die Keven. Daarna spelen we het kaartspel Buru Gahamu en doet Keven nog een paar kaarttrucs. Die mislukken allemaal, wat zijn temperament niet ten goede komt. Zijn moeder en broer zien het lachend aan, tot Keven de fooi naar eigen inzicht verdeelt: 25% voor mama, 25% voor zijn broer en 50% voor hem. Hij heeft immers de milkshake geserveerd.

Oostwaarts, op weg naar een volgende koningsstad, Polonnaruwa. Pauw Paulien predikte protserig psalmen in Polonnaruwa, blijven oefenen. We besluiten toch een namiddagsafari te maken in Kaudulla NP, waar veel olifanten zitten in dit jaargetijde. De tussenliggende uurtjes worden doorgebracht bij The Wadiya, een wegrestaurant met mooi uitzicht op een waterreservoir met onder andere pelikanen, ooievaars en een olifant. Ik weet niet hoe het met dit reservoir zit, maar veel van de reservoirs (wewa) en (bakstenen) watertanks zijn aangelegd in de tijd van het oude koninkrijk, soms dus al voor Christus. Zo, die informatie had u nog tegoed. We hebben wederom een privé-safari geregeld voor een zacht prijsje (18 euro, al moet daar nog de dure toegang tot het park bij). Veel reigers, ooievaars, een verdwaalde mongoose en inderdaad vele families Olifant op de vlakte of in het water. Helaas ook erg veel auto’s, bleh. Onze chauffeur lijkt een beetje bijziend, hij rijdt in ieder geval vaak precies de kant op waar wij niet heen zouden gaan. Ook probeert hij zonder het ons te vragen een uur te vroeg het park uit te rijden, terwijl we pas om 15:00 zijn begonnen. Ja, Henk, zo werkt dat dus niet. Ik snap dat de meeste mensen het na twee uur wel gezien hebben, maar die truc werkt vandaag niet. Omdraaien en geen seconde eerder dan 18:00 het park uit, capiche? Hij gehoorzaamt gedwee. Gaat u ooit op safari in Sri Lanka, let hier dan op, die kerel in Wilpattu probeerde het ook al. In het schemer crossen we naar ons resort in Polonnaruwa. 

In den ochtend vroeg op de been voor meer archeologische glorie. Polonnaruwa was de hoofdstad van de elfde tot de dertiende eeuw, na Anuradhapura dus. De ruïnes hebben hier wat meer om het lijf, meer gravures, meer Buddha-beelden, meer niet-ingestorte muren. Kortom, mooi. Minder mooi is de eis om alleen blootvoets de tempelcomplexen te betreden. Dit geldt overal in Sri Lanka, en respectvol als wij zijn, geven wij hier gehoor aan. Wat is daar het praktisch nut van? Niets, het is zelfs zeer pijnlijk. Godmiljaar, wat is dat zand heet!!! Snel naar ons resort om ons nieuwste eelt af te blussen. Het kost bijna niets en dan heb je een mooie tuin en zwembad voor ons alleen. Toerisme wakkert weer aan in Sri Lanka na de tragische aanslagen, maar het is nog steeds rustiger dan eerst en sowieso is september laagseizoen hier.

Ah, zalig dat zwembad, want vliegen kunnen niet zwemmen. We proberen vers ananassap te bestellen, maar de bediende verontschuldigt zich. Ze zijn hier met iets van vijf man, allemaal toch zeker 20-25 jaar oud, maar hun moeder is boodschappen doen en de kok heeft een dag vrij. Ergo, geen ananassap, want dat is te moeilijk om te maken. Het is duidelijk, deze jongens mogen Buddha op hun blote knietjes danken dat hun moeder nog in leven is, anders vrees ik dat ze het niet zouden redden. Dan maar bier in het zwembad. Veel beter, waarom hadden we überhaupt ananassap besteld?

Tijd voor een eerste tuk-tuk-safari. Je mag de parken niet in met een tuk-tuk, maar soms voert de doorgaande weg door de parken. We rijden zuidwaarts via Maduru Oya NP, een mooi, open landschap. We zien een waterbuffel, een olifant, een ijsvogel en twee ooievaars. Allemaal vrij ver weg, maar we tellen het. Locals vinden het altijd erg grappig om blanken in een tuk-tuk te zien, het is immers een voertuig voor mensen die zich geen auto kunnen veroorloven. Steevast vragen ze ook of we wel een rijbewijs hebben. Zeker wel, die heeft het verhuurbedrijf voor ons gekocht en we hebben een uur rijles gehad! Af en toe stuiten we op een politiecontrole, ook dan ervaren we een en al vriendelijkheid. We hebben te weinig tijd om de route af te maken vandaag, dus verblijven we in het nietszeggende plaatsje Mahiyangana. Het is hier warm en de restaurants zijn saamhorig in het onsmakelijke voorkomen van hun buffet. Daar zou je je mug nog niet in laten prikken, in dit eten. En zo komt het dat we deze avond als een stel junkies voor de moderne Cargills-supermarkt staan, met allemaal losse gilty-pleasure producten: een bakje yoghurt, een koekje, een pakje aardbeienmelk, een ijsje, smullen maar. Best wel lekker voor de afwisseling.

Een lange dag de fameuze Hill Country in. Centraal Sri Lanka rijst tot over de 2000 meter en staat bekend om de Ceylon-thee die hier overal op de groene heuvels groeit. Stevig klimmen vanaf het begin, in een stuk met achttien haarspeldbochten kunnen we Blue Whale ook op dit terrein leren kennen. Dat gaat goed. Helaas is het heiig, dus de uitzichten zijn wat minder. Het is zaterdag, dus weer veel in-wit-gehulde locals. Een erg moeizaam weggetje omhoog voert naar de Ambuluwawa-tempel, een wat vreemde witte spiraal bovenop een heuvel. Hier wel mooi uitzicht en veel bomen met rode bloemen, dat zal mijn moeder leuk vinden. In de stadjes onderweg kunnen we onze rijvaardigheid verder opkrikken. Tuk-tuks zijn smal genoeg om korte files voorbij te gaan via de linkerberm. Do as the locals do, doei file! Sowieso is een tuk-tuk wel een prettig vervoersmiddel. De draaicirkel is echt geniaal klein, je zit lekker, constant frisse lucht, niet zo een warme helm op je kop als met de scooter en de ratio wielen:reservewiel is ook nog eens gunstiger dan bij een auto. Zelfs in de regen is het prima te doen, al is de ruitenwisser er wel één van het type lulletje rozenwater. Dat sommige draden een beetje los lijken te hangen en dat het ding soms niet start, dat is uiteraard geen gebrek aan kwaliteit, dat is cult, dat hoort zo, daar betaal je graag voor. Denk ik.

Nog even snel de Ramboda-waterval aantikken (wij zijn immers echte highlight-high-fivers) en dan aankomst in Nuwara Eliya op 1900 meter hoogte. Man, wat is het hier koud! Snel de vesten aan. Wel een fijn gevoel na al die hitte. Buddha-mina, hoe koud is het hier in godsnaam?!? De weer-apps tonen een bereik van 12 tot 17 graden Celsius. Hmmm, dat zou toch helemaal niet zo koud moeten aanvoelen? Ai, ai, het kan wel eens een grimmige herfst worden voor ons zo in Nederland. Het landschap ondertussen bestaat uit groene theevelden en akkers met allerhande groentes. De prei ligt er hier goed bij langs de weg, om over de wortels maar te zwijgen. We zoeken een B&B op, uiteraard ontvangst met thee, en Britse shortbread koekjes. Tea, dear? De vele theeplantages en oude huizen tonen de restanten van de Brits-koloniale tijd. De Portugezen waren hier trouwens als eerst, toen wij Hollanders, en daarna dus die vermaledijde Britten. Diner in restaurant Indian Summer, wellicht kunnen we daar opwarmen. We eten bij vlagen heerlijk in Sri Lanka, maar we hadden van tevoren zitten fantaseren over iedere dag overheerlijke curry en die krijg je hier niet zomaar. Blijkbaar moet je dan de Indiase cuisine hebben. In dit restaurant kan dat zeker. Het menu telt 26 pagina’s met elk 10-12 gerechten en heeft zo wel wat weg van een proefschrift. Murgh makhani voor Marily, murgh badami voor mij. Volgens het menu was dat laatste het favoriete gerecht van de zestiende-eeuws keizer Akbar van het Zuid-Aziatische Mogolrijk. Duidelijk een goede keus van de keizer, het smaakt verrukkelijk. Het menu citeert overigens geen enkele bron hieromtrent, een aanwijzing dat het hier toch niet om een proefschrift lijkt te gaan. Voldaan kruipen we onder de wol, ditmaal in de vorm van twee heerlijke dikke dekens, brrrr.

Pannenkoeken en thee als ontbijt en dan snel weer de zon in. Locals vermaken zich hier overal met cricket, de sport die niemand buiten de (voormalig) Commonwealth begrijpt of wil begrijpen. We volgen een korte rondleiding bij de Pedro tea estate (uit 1885), toeren nog wat in de theevelden, slaan samosa’s in en tuigen via een steeds slechter-wordende weg naar een cottage nabij een hoogvlakte. De tuk-tuk overleeft de rit en we worden beloond met een prachtig uitzicht en heerlijke frisse temperatuur. Ondanks de vele eucalyptusbomen die hier zijn geplant zitten er genoeg vogeltjes in de tuin. In een theeplant zie ik een black-lipped green lizard. Naar het schijnt vrij zeldzaam, en deze helemaal, want tien meter verderop zit een roofvogel in een boom zijn moeder op te eten. Och, natuur, wat zijt gij wreed. Het levert wel mooie plaatjes op. De eigenaar van de cottage lijkt geen agressieve man, edoch serveert hij alleen maar 8.8% bier uit blik. Dinner is ready, sir, chicken noodles en zo een vloeibare granaat.

05:30 rijden we weg, het is vijf kilometer tot de ingang van Horton Plains National Park, ofwel een half uur rijden op deze gammele weggetjes. We zijn slechts één van twee voertuigen die deze ingang gebruiken op dit uur. Na nog wat klimwerk opent het landschap zich in een prachtig vergezicht van hoogveen. Terwijl de zon opkomt en het geheel een goudkleurig aanzien geeft, zien we meerdere groepen sambar-herten, de grootste hertensoort hier. Een werkelijk fantastisch aangezicht zo, en ook nog alleen met onze eigen tuk-tuk. In dit park doet iedereen dezelfde wandeling, een rondje van 9,5 kilometer naar World’s End. Het is heerlijk zonnig weer, dus het uitzichtpunt is mooi, maar wat ons betreft is vooral de wandeling door de vlaktes en bossen het fijnst. Eindelijk eens weer die kuiten strekken, die doen al pak ‘m beet een maand (!) helemaal niets, een nieuw persoonlijk record. We horen de purple-faced langur-apen brullen maar zien ze niet. Het is vanaf hier een korte rit naar Ella, nog steeds in de heuvels. Nuja, kort, niet helemaal. Marily geeft bij een tankstation een stilstaande auto een klein duwtje met de tuk-tuk. “Tikkie jij bent ‘m”, probeer ik nog bij de chauffeur, maar hij wil toch geld zien. Dat heeft in Sri Lanka namelijk ieders voorkeur, via de verzekering en politie als officieel rapport is veel te veel gedoe. De man is rustig en aardig, maar probeert wel duidelijk een slaatje te slaan uit de situatie. Met teksten als “de eigenaar van deze auto is een advocaat” probeert hij ons op de kast te jagen. Ja, en mijn vader is een tovenaar. De schade aan de bumper is aanzienlijk maar te overzien. Zijn verzekeraar quoteert ons telefonisch 450 euro, ja doei. Het verhuurbedrijf is heel behulpzaam via de telefoon voor het onderhandelen. Er komt ook nog een agent langswippen, die blijkt na wat smoezen met de man toch aan onze kant te staan. Samen langs bij een mechanic die de schade bepaalt. De hufter gebaart nog naar de mechanics dat er iets te halen valt, maar ik sta heel overdreven het gesprek te filmen met mijn telefoon, waardoor er na wat schuchtere blikken een bedrag uitkomt dat het verhuurbedrijf normaal vond. 20000 rupees, 100 euro. Blue Whale heeft overigens nergens last van, op twee krasjes op de lak na dan. Go, tuk-tuk, go!

In Ella zoals gebruikelijk in Sri Lanka weer een oneindig arsenaal aan guesthouses en homestays met een belachelijk hoge beoordeling op Booking.com en aanverwante websites. Das prettig natuurlijk, doe ons er maar één met een uitzicht dan. Wel een heel stuk langs een smalle hobbelweg omhoog, maar dat is goed voor de rijvaardigheid. Een stuk langs het spoor en dan linksaf. Mexicaans diner in het backpackersdorpje, si señor. ‘s Ochtends blijkt dat de keus voor dit guesthouse een goede is, ontbijt met heerlijke kokospannenkoeken op ons eigen balkon met de boomtoppen voor ons, vol vogeltjes en de roep van een pauw in het valleitje voor ons. Onder andere twee soorten specht vallen ons ten deel. Ook nog een (weliswaar lichte) spierpijn van dat wandelingetje van gister, het is toch om je te schamen. Dat luieren in Filippijnse hangmatten en met de benen opgevouwen in de tuk-tuk rijden is duidelijk niet goed voor je fitheid. Wel voor de eerste keer regen, tot nu toe is het weer heel goed geweest. Tussen de regen door even onze tuk laten doorsmeren (moet iedere 1000 km) en een uitstapje naar de beroemde Nine Arch Bridge. Dat begrijpt u goed, dat is een spoorbrug met negen bogen in het bos. De trein is namelijk een echte toeristenattractie hier en een hele mooie route. Meer regen vormt een goed moment om souvenirs te kopen (nee, niet voor alle lezers helaas) en eens even lekker naar de kapper te gaan. Ik ben weer klaar voor de hitte! 

Tuk-tuk-tuk-pfff. Hmm, de tuk heeft weer eens kuren, hij start wel vaker moeilijk op maar nu wil ie echt niet, terwijl de motor nog warm is. Hmmm. Gelukkig staan we voor Chill restaurant, een van de betere plekken om ‘s avonds pech te hebben in Sri Lanka. Beter dan een modderig afgelegen weggetje in het binnenland. De mechanic van het greasen gebeld, voor een extraatje komt hij alsnog helpen om 21:00. Tijdelijke fix en morgen terugkomen voor een extra check van de accu. De accu-sessie wordt zeer uitgebreid ingezet en leidt uiteindelijk tot het kopen van een nieuwe, en wel van het type Buddy. Een vriendje voor Blue Whale dus. “A battery named Buddy”, het klinkt als een Oscar-winnende film. Na een stel brakke mannen, een buurvrouw met borderline en Lady Gaga lijkt een accu mij een meer dan logische tegenspeler in de escalerende carrière van Bradley Cooper. Overigens heeft onze (inmiddels favoriete) mechanic zelf ook een tuk-tuk met motor-problemen, zijn wij niet de enigen.

‘s Middags alsnog een stukje met de trein. Ondanks het matige weer mooie uitzichten over thee en de heuvels daarachter. We lopen een stuk terug, over het spoor, daar zijn immers de mooiste uitzichten. Dat mag vast niet van ProRail, maar alle locals doen het en de trein gaat hier niet zo vaak en niet zo hard. Een bewaker van een spoorwegovergang staat naast een bord waarop staat dat spoorlopen niet mag terwijl hij ons vertelt dat het wel mag. Juist. Een leuk wandelingetje weer, 8 km, deze keer geen beschamende spierpijn. Terug naar Ella met de trein, zijwaarts gezeten in de deuropening met de voetjes in de lucht voor wat extra spanning. Geen nood, we hebben nog steeds twintig tenen samen.

We verlaten de bergen en rijden naar Arugam Bay aan de oostkust, een surfmekka en ook minder bebouwd dan de badplaatsen aan de zuidkust. Accommodatie dicht bij het strand, zwemmen in een zee met vermakelijk-wilde golven en de voetjes in het zand. Prima weer ook. Helaas geen bier, deze regio is voornamelijk Islamitisch. Niet één maar twee pizzeria’s worden aangedaan vandaag, niemand had gezegd dat we moesten kiezen natuurlijk. Iedereen is hier weer uiterst vriendelijk, net als in de rest van het land. Ik benoem het toch nog maar een keer. Kinderen geven hier heel graag high-fives, vermoedelijk geleerd van de vele Australische surfers. Vroeg in de ochtend weer weg voor een self-drive safari langs de oostkust. Veel lagunes hier dus veel vogels, wilde waterbuffels met werkelijk enorme hoorns en ook weer een enkele olifant. De eindhalte is de ingang van het Kumana NP. Tot ons geluk mogen we hier nog wel tot het bezoekerscentrum rijden. Langs het water liggen hier heel veel krokodillen op te warmen en zijn er ook nog wat zwijnen en herten te ontwaren. Wederom een mooie tuk-safari dus.

Nog even een ochtendje genieten van het lekkere weer, de zee en het zand en dan onze langste rit naar de zuidkust. Eerst 120 kilometer asfalt wegpoetsen en dan een stuk door het oostelijke deel van Yala NP, daar hebben we zin in. Immers, de B35-weg die hier doorheen loopt staat bekend om hele goede kans op olifanten. Nou, we zien vier keer een olifant, maar viel dat even tegen. Ik had natuurlijk kunnen bedenken dat dit komt omdat locals in bussen op deze drukke zaterdag en masse hele kramen aan fruit naar buiten gooien. Nu zou dit nog een illegaal maar cultureel ding kunnen zijn (“kijk ons eens één zijn met de olifanten in ons land”), maar we zien ook zogenaamd-professionele safari jeep drivers die ongeveer in de olifant parkeren, zodat gasten de bul kunnen aaien, en als dieptepunt iemand een volle plastic zak met fruit aan de olifant geven. Met het plastic erbij dus ... Yala heeft al een belachelijk-slechte reputatie voor wat betreft het luipaard opjagen met veel te veel jeeps, en dit maakt het niet beter. Ik zou zeggen, gaat u naar Sri Lanka, mijd Yala NP dan alstublieft. Beschamend dit. Overigens, het was nog steeds een bijzondere ervaring om vier keer langs een olifant een meter verderop te rijden in een half-open driewieler, maar de setting eromheen is dus zonde. Tegen het schemer aan opeens een lucht vol met zwarte schimmen. Is het een vogel, is het een vliegtuig? Nee, het zijn werkelijk duizenden vliegende honden (vleermuizen) die minutenlang overvliegen. Heel bijzonder met een donderwolk op de achtergrond.

Aan de zuidkust eerst naar Bundala NP, een klein park om een aantal lagunes heen gevouwen, vooral geschikt voor vogels en vogelliefhebbers. Dat betekent dus ook geen hectiek om groot wild en schreeuwende locals, fijn. Okee, tijd voor nog een laatste safari. Een superletzte met de regenjas aan. Het regent namelijk de hele nacht keihard, de M van moesson zit weer in de maand. De weg is ondergelopen maar we gaan wel op ochtendsafari. Er springt ook nog een of andere tracker aan boord voor een fooitje, ik moet zeggen, hij vindt veel vogels en ook nog een jakhals. Veel roofvogels weer en onder andere een stork-billed kingfisher, een monsterlijke ijsvogel bijna ter grootte van een kraai. Zeven kwartier hebben we een prachtige tijd, daarna komt er weer een ziekelijke hoeveelheid water uit de lucht. An unrelenting downpour of rain, dat dekt de lading wel. Safari abandon zou men zeggen op de Tour-radio. Ontbijt en dan toch maar de natte weg op. Vrij intens rijden, want niemand ontsteekt zijn lampen hier ondanks het gebrekkige zicht. Gelukkig hebben we muziek. Op een ondergelopen wegdek na (en natte voeten, want de tuk heeft geen deuren), komen we aan in Mirissa. Bekend om blue whale-watching, maar wij beperken ons tot eten, slapen, koffie en doorrijden, want ook de dag erna pleut il (ja dat mag vast ook andersom, en zo niet, dan toch). De koplampen doen het helaas niet meer (groot licht nog wel), blijkbaar kan onze eigen Blue Whale toch niet zo goed zwemmen als we dachten. Ook eindelijk weer eens een biertje (moslims serveren niet vaak bier), al komt het op de rekening als “milk juice”.

We skippen de vele mooie stranden en rijden naar Galle. Hier verblijven we in het oude en grote Fort, dat nog steeds bewoond wordt. Zeer geschikt voor regenachtige dagen, want veel café’s, een maritiem museum en cultureel erfgoed. Eerst waren hier de Portugezen, daarna wij Hollanders dus vanaf de zeventiende eeuw. Ik las onlangs dat een geagiteerde historicus Rutte het ondanks kritiek gewoon de Gouden Eeuw blijft noemen, dus dan doe ik het ook. De meeste overblijfselen in de oude stad zijn van onze hand, inclusief de 300 jaar oude riolering. Sterker nog, blijkbaar heeft de Nederlandse regering wel eens een nieuwe set kasseien gesponsord tijdens een renovatie. Prima stadje dus om wat te slenteren en een boekje te lezen, we hebben immers al genoeg gezien in 2,5 week en de blog is al lang genoeg. U moet ook weer aan het werk, ik houd echt wel rekening met u. Hoogtepunten van deze twee dagen zijn een historische stadswandeling langs en op de dikke muren en een gember-rabarber cheesecake. Dineren doen we tweemaal in één van de hippe tentjes in het oude Hollandsche hospitaal. Wel wat duurder hier, lekker mid-rangen in Galle dus, weer eens wat anders dan dat backpackersgedrag. Het budget is toch allang naar de vaantjes, dus dan maakt dit toch ook niet meer uit. Ik hoor u denken, dit soort redenaties is typisch voor mensen met betalingsproblemen, laat de hypotheekverstrekker het niet lezen. Maar u weet ook, niet maximaal op vakantie is stelen van jezelf, en dat is nog erger natuurlijk.

Dat gezegd hebbende, is het volstrekt logisch dat wij nog even één keer een weekje alles op alles zetten, en wel op de Malediven. Nog even een keer snorkelen, duiken, knipogen naar een palmboom en wellicht een whale shark. 

Sri Lanka was echt geweldig, de frisse lucht en vrijheid van de tuk-tuk, de uiterst vriendelijke mensen met hun zijwaarts schuddende hoofdjes, het lekkere eten en de grote variatie in bezienswaardigheden en landschappen. Ook hebben we ons safari-hart kunnen ophalen, zoals beloofd. De reden dat het zo rustig was (de aanslagen) stemt natuurlijk treurig. Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor de vele lieve gezinnen die we hebben ontmoet, gelukkig wakkert het inmiddels weer langzaam aan. Ik zou zeggen, gaat dat zien! Voor nu, toet-toet, en tuk-tuk!

Maak je reisblog advertentievrij
Ontdek de voordelen van Reislogger Plus.
reislogger.nl/upgrade

Foto’s

6 Reacties

  1. Chris Hattinga Verschure:
    18 september 2019
    Wat een heerlijk verhaal weer. Er is sinds 1992 veel doch niets veranderd . . .
  2. Pim:
    18 september 2019
    Nou, nou de verhalen worden steeds bloemrijker en informatiever. Zo krijgen ook de arme thuisblijvers een volledig beeld van Sri lanka en haar geschiedenis. Ik heb genoten van de avonturen met de tuk tuk. Natuurlijk ook weer van de prachtige foto's. Ik wist trouwens niet dat Marily zo'n brokkenpiloot is. Heel veel plezier nog tijdens jullie laatste weekje op de Malediven.
  3. Mama E.:
    18 september 2019
    Arrrdabbeljoeee: wat ben ik blij dat ik een insider genoemd mag worden, anders had ik het niet begrepen! Je verslagen vertonen een sterk stijgende lijn zowel wat omvang als wat proza betreft. Daarbij doen de beginalliteraties wonderen voor je verhaal. Jij bent allesbehalve sha ha sha ha ha ha ha llow! En dat geldt niet alleen voor het duiken. Veel plezier daarmee!
  4. Mama E.:
    18 september 2019
    Vergat ik nog te zeggen : (a)ward winning foto's. En inderdaad: mama E. houdt van die rode bloemen.
  5. Maite:
    19 september 2019
    Intens genoten van deze lap tekst, wat een avontuur, wat een oog voor detail en wat spannend al die enge dinosaurussen op de weg! Echt waanzinnige kleuren, woah, daar wil ik ook heen! Echt prachtig!!! Tot snel en geniet nog even op de Malediven. Muhimu tamu zeg! <3
  6. Joy:
    19 september 2019
    Wat een genot om dit te lezen. Dank je wel!