Filippijnen

2 september 2019 - Jaffna, Sri Lanka

Hè, hè, dat was fijn, even bijkomen van het Chinese geweld op de Filippijnen. Eindelijk kon de snorkel uit de tas. Een paar weken en nog meer eilanden verder, en het is potdikkie alweer tijd voor de blog. Ditmaal met foto’s zowel boven als onder water!

13 tot 30 augustus, 2019

Drie uur vliegen vanaf Taipei naar Cebu, in het hart van de eilandengroep Visayas in de Filippijnen. Bij deze regio willen we het ook houden, lange bus- en bootreizen geloven we wel. Ook liggen de eilanden relatief beschut, het gerucht gaat dat omringende grotere eilanden tyfoon-regens grotendeels tegenhouden. Dat klinkt als een goed verhaal, zeker als we op een Facebook-groep toeristen in een ander stuk Filippijnen (Palawan) zien uithuilen over het weer ten tijde van Lekima, de tyfoon die ons in Taiwan zo gezellig bijstond. Tijd voor een promo-praatje: we hebben de website onwardticket.com ontdekt, erg prettig voor mensen zonder plan. Voor zowel Taiwan als de Filippijnen is bewijs van een vervolgvlucht vereist om binnen te mogen treden, en zowaar werd er ook beide keren naar gevraagd. En beide keren lieren wij ons prachtige onward ticket zien. In twee minuten te verkrijgen bij de website voor 10 dollar pp (het is een echte boeking die ze zelf binnen 48 uur weer annuleren). Werkt als een zonnetje.

Cebu City is een plek die je zo snel mogelijk wil verlaten, dus hup, bij aankomst direct een bus, een taxi en nog een bus in, op weg naar Moalboal aan de westkust van het eiland Cebu. De bus is gezellig vol, stopt werkelijk overal, en ergens in het donker komen we aan in Moalboal. Nu nog een tricycle (schralere versie van een tuk-tuk) naar het deel van Moalboal dat wel aan de zee ligt. Zo, we zijn er hoor, we slapen in een bamboe hutje in een accommodatie genaamd, je raadt het nooit, Bamboo Huts. De eigenaresse is heel vriendelijk en schuift ons direct aan bij haar eigen diner. In het dorp nog even een drankje doen. Dorp? Meer een lange zanderige weg met restaurants en duikcentra. Weet je wat nou zo fijn is? Het W.A.A.I.T. hier. Oh wat fijn. Het is overdag stiekem alsnog 31-32 graden maar het voelt toch prettig. Wat een verademing na die verstikkende hitte in China. En ze hebben hier San Miguel Pale Pilsen, prima te drinken. Blijkbaar kent het Spaanse San Miguel-bier ook een deel van haar geschiedenis in de Filippijnen. Wat opvalt is hoe goed de Filipino’s Engels kunnen, vooral kinderen. We ervaren het echt als een luxe na China, en het maakt het ook leuk dat je met de mensen kan praten en kan vragen wat ze bezig houdt.

‘s Ochtends is het dan eindelijk zover: de snorkel wordt bevrijd uit zijn benarde positie onderin onze tas en mag het water in. Tijd voor sardientjes! Dit is namelijk de rise to fame van Moalboal. Niemand weet waarom, maar er zit hier een belachelijk grote school (kolonie?) sardientjes op het rif, een minuut of twee zwemmen van de kust. In tegenstelling tot de beroemde sardines-migratie voor de kust van Zuid-Afrika, verblijven de sardines hier het hele jaar door. Erg praktisch en aardig voor mensen zoals wij die last-minute hun bestemming uitkiezen. Eerst zaten ze op het nabijgelegen Pescador-eiland, nu hier. Als ze ooit vertrekken kun je gelijk een streep zetten door de economie van Moalboal, zoveel is zeker. Eerst even aanmelden voor een opfrisduik bij een duikschool vanmiddag, dan het water in. Het is erg druk met boten met snorkelaars hier, al maakt het het wel makkelijk de grootste zwermen sardientjes te localiseren. Man dat zijn er veel hé. Anders trek je nog even een blik open. Prima te zien als snorkelaar, zeker als je omlaag duikt. En passant zien we ook nog een paar zeeschildpadden, altijd prachtig. Het moet alleen wel gezegd, het blijft bedroevend om te zien hoe sommige bemanningsleden het anker vol op het koraal blijven gooien. Los van de schade aan het rif, lijkt men (net als in Indonesië vier jaar geleden) niet door te hebben dat de eigen ruiten worden ingegooid zo. Gelukkig zie je op andere plekken wel initiatieven om duurzamer te werk te gaan. Het is bij lange na nog geen massaal bewustzijn, en we begrijpen dat onze aanwezigheid alleen al ook schadelijk is, maar we zien het maar als sprankjes hoop.

‘s Middags op appel in de duikshop. Mijn laatste duik was tijdens onze wereldreis in 2016, doorgaans een reden voor een opfrisduik, dus ik wil best even wat standaardoefeningen doen en laten zien dat ik het nog beheers. De instructies van de divemaster zijn echter anders. We zijn met zijn drieën, een onzekere Fransoos gaat nog wat oefeningen doen op een meter of vijf diep, ik mag als opfrisbeurt alvast met de sardientjes gaan zwemmen. Dat lijkt mij een goed plan. Waarom zou je dat masker onderwater van je kop halen als je er ook mee naar vissen kan gluren? En jullie kennen mij, ik luister altijd heel goed naar bevelen, dus als iemand zegt “you go swim with sardines while he does exercises”, dan doe ik dat natuurlijk ogenblikkelijk. Als de Fransoos klaar is plakken we er nog een leuke duik aan vast. Nu kunnen we onder en door de scholen sardines heen zwemmen, heel gaaf. Fenomenaal om de vorm van de scholen als geheel te zien veranderen. Een paniekaanval hier leidt tot een gat in de school daar, soms versnellen ze en dan vormen ze weer een wand die letterlijk het zonlicht blokkeert. Je hoort David Attenborough al op de achtergrond: “as if touched by the sensual magic of Michelangelo’s lascivious strokes, the sardines move as one, in response to the swells of the ocean blue and predators lurking nearby, shimmering in and blocking out the sun in an ever-changing palette of colours and shapes which only the great master himself could have divined”. Of zoiets. Zo goed is de visibility nu ook weer niet in het regenseizoen. Maar het is wel tof.

De dag erna maak ik nog twee duiken, een mooie bij Pescador-eiland, en nog een bij de sardines, deze keer helaas een stuk minder goed zicht. Marily vermaakt zich met snorkelen met schildpadden. ‘s Middags betrekt het en gaat het regenen, een overdekt terras biedt uitkomst. De volgende ochtend vroeg op om te gaan canyoning bij Kawasan Falls. We zijn voor de meute uit en ook maar met zijn tweeën met onze zeer vrolijke gids, dus we kunnen er lekker de vaart in houden. Lekker stroomafwaarts zwemmen en drijven in een riviertje omgeven door groen, wat klauteren en een aantal keer van een waterval afspringen, met een paar sprongen van 10 meter ertussen. Niet extreem hoog maar wel leuk om te doen. Mooi fenomeen is dat altijd: als je springt, dan vindt je het nog prima, maar als je al over de rand bent en in de lucht hangt gaat je brein alsnog van die waarschuwingssignalen afgeven. Te laat, hersenpan, ha! This stupid idea brought to you by: lichaam. Even uitdobberen, vroege lunch en dan weer terug. Marily laat zich verwennen met een massage in de open lucht aan zee. Nog wat duck diving met de sardines en dan is het alweer tijd voor een volgend eiland.

Een bus brengt ons naar een havenplaats, waar we ontbijten in een Belgische bistro. De Brugse uitbater serveert goede koffie en heeft zelfs de “uitsmijter” letterlijk op het menu gezet. Zoiets kunnen we niet laten liggen, natuurlijk! Drie uur varen en daar is Siquijor. Een eiland in de categorie “hier gebeurt niet zoveel en dat vinden we allemaal best wel prima”. Het is behoorlijk schoon, de weg is goed, mensen rijden niet te hard, gewoon relaxt. Je rijdt het in een dag rond op een scooter en dan heb je tijd over. Het spannendste dat hier gebeurt tijdens ons verblijf is dat alle ananassen op zijn. Niemand kan ze vinden. Help, een tropisch eiland zonder ananassen, wat nu?! Gelukkig hebben ze overal op de Filippijnen waanzinnig lekkere en zoete mango’s, echt verrukkelijk.

We hebben hier een mooie accommodatie met zwembad, ruime kamer en hangmatten aan het strand. Gelukkig kost het maar twee tientjes. Alleen het eten is hier niet zo goed. Nergens trouwens, je komt niet naar de Filippijnen omdat je honger hebt, dat is ons al duidelijk. Gelukkig zijn er allemaal expat-Italianen op Siquijor. Onze favoriet is Rosario (Ross voor intimi), een trotse Napolitaan die heerlijke koffie en dito crêpes met mozzarella en groentes (aubergine voor Marily) serveert. We ontbijten hier drie dagen op rij. Ross laat ons ook even wat van zijn eigen brood proeven. Hemels, alsof er een bakker over je tong plast. Ein-de-lijk lekker brood in Azië. Ja, waarde lezer, daar moet ik toch even iets over kwijt. *fulmineer-modus aan* Kijk, begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op al die rijst- en noedelgerechten hier in Azië. Maar ze hebben hier nu eenmaal echt o-ve-ral bakkers, en dan denk je laat ik toch maar weer brood proberen, en dan vraag je of het ongezoet is, en dan zweren ze van wel op het leven van hun moeder en het kindeke Jezus, en dan maak je de fout die je wist die zou komen, en koop je, en proef je, en dan ben je er toch weer ingetrapt, en heb je spontaan diabetes en kotsneigingen zo zoet en oudbakken. Gemiddeld hangt het smaakpeil ergens tussen “ik eet het alleen in geval van hongersnood” en “ik sterf nog liever dan dat ik dit aanraak”. Echt waar, de enige reden om brood in Oost-Azië niet direct weer uit te kotsen is dat je het dan twee keer zou proeven *fulmineer-modus uit*. Ahum, wat ik eigenlijk wilde zeggen is dat ik inmiddels wel zin heb in een bruine boterham met kaas, vergeef me.

De dagen op Siquijor vliegen voorbij in het zwembad, de hangmat en ook deels in de ether want we scouten op internet voor een bestemming na de Filippijnen. Snorkelen kan hier alleen op specifieke plekken en we komen er zowaar niet eens aan toe. We maken een leuke dagtrip per scooter over het eiland. We zwemmen bij een waterval, springen vanaf een klif de zee in en pakken wat uitzichten mee. En we zwaaien. Heel veel zwaaien, want alle kinderen lijken heel blij om ons te zien. Picture, picture, picture, madam! Filipino’s zijn sowieso heel erg vriendelijk tot nu, die scoren echt heel hoog op de blije-geiten-index. Wat wil je ook met namen als Mariolito, Rogerio en Rammydec. Smullen geblazen voor de liefhebbers van nomenclatuur. Overigens, de cuisine stelt weinig voor maar die Filipino’s kunnen echt goed braaien. Bij een barbecue-restaurant langs de weg pikken we heerlijke gemarineerse varkenssaté’s en een grote malse marlin-steak mee, en dat voor nog geen vier euro. 

Op naar het grotere eiland Bohol. Een nacht op de Panglao-peninsula in het westen, omdat ik een dag duiken heb geboekt op Balicasag-eiland, naar verluid een van de betere duiklocaties hier. Nou, Panglao is dus niet zo lauw he. Volgebouwd, toeristisch en ook zeker te veel Lemmingen. Meerdere keren spreken we Filipino’s dezer weken die die Chineze toeristen ook maar onbeleefd en naar vinden. Ha, zie je wel, ben ik niet de enige. Ik ga dat echt niet meer classificeren als “cultuurverschillen”, het is gewoon tuig met veel doekoe! Ik hoor ook meerdere keren over Chinezen die niet kunnen zwemmen maar wel willen duiken, ook zo een mooie.

De dag duiken bij Balicasag is heel leuk en het rif prima, al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat het niet beter is dan de andere riffen die we in de Filippijnen aandoen. Maar duiken is altijd gaaf, heerlijk dat gevoel van vrijheid en ondersteboven dobberen. Ongelofelijk dat je iedere duik wel weer een nieuwe soort vis of garnaal ziet (dat, of ik ben echt oud en vergeetachtig geworden). Helaas echt veel boten hier ook. Onderwater ook druk. Ik doe het er echt niet om, maar het zijn toch weer Chinezen die zich van hun slechtste kant laten zien. Ik ben in mijn eentje een mooie frogfish aan het fotograferen, draai me om om weg te zwemmen, word ik opeens omsingeld door zes Lemmingen, die ook zo snel mogelijk dwars door mij heen naar de vis willen. Ongelofelijk. Ik duw er twee opzij zodat ik er door kan en steek mijn middelvinger op naar een derde (dat betekent zowel “go up” als “up yours” bij het duiken, echt waar, zoek maar op). Ze gedragen zich onderwater dus hetzelfde als bovenwater, die Lemmingen. Klinkt dan wel weer vrij logisch. Marily blijft overigens aan land vandaag. Dat klinkt misschien zielig, maar ongetwijfeld heeft ze ergens lekker frietjes zitten knagen, dus het valt allemaal reuze mee.

‘s Avonds weer zo een gezellige lokale bus, nu naar het Oóóásten van het eiland, naar Anda, een wereld weg van de meute. Twee nachten in een relaxte toko aan het strand gerund door hippies (hippies weten altijd de mooiste plekjes te vinden) en twee nachten in een wat duurder duikresort voor mijn verjaardag, woohoo! Lekker met de scooter eropuit. Alleen de weg zelf is al leuk op de Filippijnen. Die wordt namelijk bevolkt door de meest kleurrijke voertuigen. Zowel in de taal als op tricycles en jeepneys kom je flarden Spaans tegen, en hetzelfde geldt voor christelijk-correcte teksten. De halve bijbel staat hier op de driewielers geschminkt. Jeepneys zijn langgerekte pickup-trucks met overdekte bankjes achterop, versierd met kleurrijke of grappige schilderingen. Ook veel kleine kleurrijke kerkjes op deze eilanden. Verder weer veel blije kinderen en leuke slingerweggetjes door groene heuvels. Oh, en groene rijstterrassen en veel waterbuffels vandaag, ook mooi. Het meest toeristisch in dit deel zijn de Chocolate Hills, kleine kegelvormige heuvels met bruin-uitgeslagen gras erop. Geologisch gezien zijn het oude koraalrif-houders. Een bordje geeft aan dat je niet van het uitzichtspunt af mag urineren, dat hebben wij weer. Had ik al iets over basketbal gezegd? Nu zeg, dat doet iedereen hier op de Filippijnen, overal veldjes en gestuiter, soms zelfs naast de kerk, leuk man. Familiedinner in de hippie-tent. De kok heeft een gitaar en een mooie hoge stem en kan dientengevolge alle liedjes van Queen spelen. 

Transfer naar ons luxe resort drie kilometer verderop, want bijna jarig. Heerlijk rustig hier. Zwembad, jacuzzi en onze eigen bungalow, alle met uitzicht op zee, voor vijftig euro per nacht een stuk duurder dan we normaal uitgeven maar het lijkt ons wel waar voor je geld. Het eten smaakt ook nog eens goed. De volgende ochtend: ik ben jarig, 33 alweer, ouwe man. Jezus werd ook zo oud, fluisterde iemand me laatst toe. De vlaggen hangen uit maar de wind is gelukkig gaan liggen, zodat er op het mooie huisrif gedoken kan worden. Jeee, verjaardagsduik en heerlijk weer. Helaas is de divemaster ziek, gelukkig kunnen we mee voor twee duiken met het naburige resort. Marily kan snorkelen en ik krijg last-minute een privé-gids. Dat is nog eens fijn. Alleen onze boot op de duikplekken, in je eentje met een divemaster die heel veel mooi klein spul vindt en hele goede visibility, het kan me erg bekoren. En de duiken duren zo ook lekker lang zonder spartelende bubbelslurpers in de groep. Veel zeeschildpadden, twee zeeslangen, een zwemmende frogfish, heel veel nudibranch in alle kleuren van de regenboog (soort naaktslakjes) en mooi koraal. De rest van de dag een boekje lezen bij het zwembad en ‘s avonds heeft Marily een candlenight dinner voor twee geregeld. Door het personeel word ik toegezongen en ik krijg een chocoladetaart als dessert. Lief. Het is een heuze caloriebom, dus we delen hem graag met het personeel en de andere gasten. Wat een verjaardag, wat een leven. Uitbuiken in de jacuzzi en dan naar bed. 

Tijd voor ons laatste Filippijnse avontuur: Camiguin, een vulkanisch eiland, kleiner dan Siquijor maar met een onverwacht hoge piek op 1339 meter. Die kun je beklimmen in een dag, maar dat doen we lekker niet. Als je eenmaal in luie flip-flop-modus bent is het moeilijk doorschakelen. Vier uurtjes fahren mit ferry en je bent er al. Weetje van de dag: Camiguin heeft de hoogste vulkaandichtheid ter wereld. Niet dat je er verder veel van merkt. Ook hier gaat alles z’n gangetje, er wonen zelfs nog veel minder mensen dan op Siquijor. We hebben een hutje nabij het zwarte zandstrand. Zwart? Ja, want vulkanisch. Strand? Dat wordt genadeloos opgeslokt door de zee bij vloed, de eigenaar vertelt dat hij in een paar weken acht meter strand is kwijtgeraakt. Volgens de duikinstructeur komt dat deels weer terug in het droge seizoen, nog even 4-5 maanden volhouden dus, schampert hij. Overal is men extra kustbescherming aan het bouwen, illegaal naar het schijnt maar broodnodig lijkt me voor velen hier.

De rondweg om het eiland is 64 km, tijd voor een scooter dus, altijd lekker. Onderweg een koffie- en honingtent, ingericht als bijenkorf, waar de zee over de helft van de tafels slaat. Gelukkig is het geen spring-tij en zijn er nog droge plekken waar we kunnen genieten van de locale Tres Marias coffee en banana shakes. Oei, dat wordt afkicken van dat laatste, samen met de mierzoete mango’s, als we de Filippijnen verlaten. We maken een wandeling van een uur, poeh das afzien, hé. Door een aardbeving is in 1871 een begraafplaats het water ingezakt, alleen een groot wit kruis gedenkt de overledenen nog bovenwater. Het schijnt een interessante snorkel- en duiklocatie te zijn, maar het is wat grauw weer vandaag dus we slaan deze over. Terwijl er af een toe een spat regen valt en de wind aanzwelt, tikken we nog even een waterval en een hot springs aan met bijna-hot water. Lekkere pizza bij Luna en als bonus, door de miezer en wind, hebben we het zowaar een beetje KOUD. Ah dat voelt lekker zeg, het koud hebben, genieten. Het blijkt ook maar 28 graden nu, dat verklaart een hoop.

De volgende dag nogmaals het eiland rond, nu met wat beter weer. We gaan naar het Giant Clam (Nederlands: Hele Grote Schelp) sanctuary, maar deze blijkt gesloten. Een familie beheert het sanctuary (want hun grondgebied), maar helaas zijn jaloerse dorpsgenoten ook entreegeld gaan heffen. Twee keer betalen, waarvan één keer nep, dat begrepen de toeristen logischerwijs niet. De familie had het de dorpelingen met clam afgeraden (ghe ghe) hiermee door te gaan, maar nul op rekest, dus dan maar de boel sluiten voor een paar maanden, op zich een goede zet. Door naar het eilandje Mantigue, met een klein Filippijns bootje (banka). Precies tijdens de drie, vier uur dat vandaag de zon schijnt, perfecto zou Ross zeggen. Gelijk is het water weer prachtig lichtblauw en het zand oogverblindend wit. Het snorkelen vanaf Mantigue is boven verwachting goed, wat zeg ik, geweldig. Ondiep in het begin en veel variatie in vissoorten hier op het rif, inclusief wat grotere vissen zoals snappers/groupers, veel clownvissen en er passeert ook nog een behoorlijk grote barracuda van een meter. Het zonlicht helpt ook natuurlijk. En wat is meer, ook nog een enkele edoch levende Giant Clam, hoera! 

Wat verder niet onopgemerkt mag blijven is dat ook Camiguin weer een eindeloze collectie aan blije kinderen herbergt, die allemaal giechelen en groeten en zwaaien alsof ze nog nooit een blanke toerist hebben gezien. Er is een festival en toernooi aankomende week en alle schoolbands, dansgroepen en volley- en basketbalteams zijn druk met oefenen, oefenen, oefenen. Overal hoor je tromgeroffel, gerinkel en hippe beats voor nog hippere dansjes. Volgens een billboard geven zowel de heiligen Sint Pedro en Sint Paulus hun fiat aan het aanstaande bacchanaal. Big Fiesta! Of zou Sint Paulus stiekem gewoon een pseudoniem voor Sean Paul zijn? We bekijken ook een volleyballes tot vermaak van de kinderen op een basisschool. Of we mee willen doen, vraagt de coach? Hup, voor we het weten worden twee beteuterde kiddo’s gewisseld voor ons twee blanken. Wolla, deze trainertje is genadeloos! Je ziet de wisselspelers denken, de coach stelt ze alleen op om een wit voetje te halen bij de Nederlandse ambassadeur! Jongens tegen de meisjes, een spannende strijd. Na veel gelach wisselen we onszelf na een aantal punten, stoppen op je hoogtepunt heet dat. Nou, we hebben wel weer pizza en bier verdiend nu, dus op naar Luna.

Zo, dat was het dan voor wat betreft het Filippijnse eiland-hoppen. We vliegen direct vanaf Camiguin naar Manila. Hier een airport hotel. Nog even onszelf laten afzetten (in de negatieve zin van het woord) door taxi-chauffeurs en een bezoek aan de immense Shopping Mall of Asia. Een snel en goedkoop maaltje bij Hawker Chan. Een keten met als oorsprong een soja-kip-noodle-makende man uit Singapore, die blijkbaar ook een Michelin-ster heeft gekregen voor zijn straatkraampje (vandaar de term hawker). Das dus al de tweede Michelin-ster die we aantikken na die in Taipei (zie Taiwan-blog). Het lijkt bijna wel een culinaire trip zo. Er zit zelfs een Thank God It’s Friday hier, die kunnen we niet laten liggen, aangezien we deze toko ook al hebben gepromoot op de luchthaven van Moskou. Verder vooral wifi-en, want inlezen voor onze volgende bestemming. 

En dat is, pam pam pam pam pam di pam: Sri Lanka! Marily heeft de woorden “tuk-tuk” en “safari” in dezelfde zin gebruikt en me een plaatje getoond van iemand die een olifant ziet vanuit een tuk-tuk (driewieler). Dan ben ik om natuurlijk. Sowieso is het tijd voor meer wildlife! Normaliter komen we op zo een lange trip altijd wel ergens per ongeluk wat dieren tegen, of mooie vogels, of een national park met kans daarop, maar op de een of andere manier is dat deze reis niet gebeurd (bovenwater dan). Desondanks zit die zware verrekijker wel al twee maanden ongebruikt in mijn tas, potverdriedubbeltjes. Daarom hebben we een schitterende tuk-tuk gehuurd in Sri Lanka. Na het succes met de Lada vorig jaar in Kirgizië, levert dit hopelijk een eenzelfde vermakelijk avontuur op met een niet-geheel-functionerend lokaal vervoersmiddel. Do as the locals do, was het toch? Verder hopelijk heel veel heerlijke curry en wildlife daar, en niet al te veel diarree en muggen. Dat lijkt ons wel wat. Tot dan, en voor nu, een dikke ciao ciao vanuit de blije Filippijnen!


 

Foto’s

6 Reacties

  1. Maite:
    2 september 2019
    Hahahahahahahaha! Heerlijk weer. Die David toch, wat zegt hij dat mooi ;) Weer intens genoten van dit verhaal. Ik moet de foto's nog kijken, maar ik vermoed dat mijn reactie "Waaaaanzinnig!" zal zijn. Gewoon een gokje. Nou dag hoor!
  2. Evelien:
    2 september 2019
    Weer een prachtig verhaal en mooie avonturen en ervaringen die jullie hebben opgedaan.
  3. Bertus Goudriaan.:
    2 september 2019
    Heb je wel tijd voor andere dingen, met het schrijven van zulke lange verhalen. Wel heel erg leuk om te lezen. Top!
  4. Susanne:
    2 september 2019
    Hahaha. Wat jammer dat jullie reis niet is zoals verwacht. Oud zoet brood, lemmingen onder water en teveel chocoladetaart op je verjaardag. 😜
  5. Pim:
    4 september 2019
    Geweldig gelachen om dit Filipijnen verhaal. Jullie halen volgens mij echt alles uit jullie huwelijksreis. Als David Attenborough er ooit een keer niet meer is, kan Ralph zo zijn plaats innemen. Geweldig! Ik werd erg getroffen door de kleurrijke foto's van al die vrolijke kinderen. wat een sfeer. Ik vond met name de foto van jullie onder die fantastische sterrenhemel waanzinnig.
  6. Mama E.:
    10 september 2019
    Wat kan ik anders zeggen dan: weer zo'n weergaloos, ongekend realistisch geschreven en ultiem grappig verhaal over al jullie geweldige belevenissen. Jullie zien er intens gelukkig uit! Ik vraag me af of jullie ooit nog thuis zullen kunnen wennen. Maar zoals jullie schrijven: gelukkig eerst nog een paar aardige nieuwe bestemmingen. Geniet ervan!